Dag Dienke,
Wat vindt je natuurkundedocent ervan, wat vindt je mentor ervan?
Ik ken je helemaal niet, en ik zie je niet bezig.
Als ik dan lees: "Vaak lukken de vragen in het boek prima"
dan denk ik aan vier voor de hand liggende dingen die verschillen tussen werkboekoefeningen maken en een toets:
1) comfortabele stressloze omgeving
2) je maakt die werkboekvragen op basis van kortetermijngeheugen: kortgeleden bestudeerd dus hangt, inclusief rekenvoorbeelden, nog wel in je hoofd
3) beperkte stofinhoud (bijv alleen over druk bij de paragraaf druk) dus je hoeft bij alle oefeningetjes alleen maar over "druk" te denken.
4) het werkboek gaat niet verder dan 2 + 3 = 5 en de toets wil je graag log5√(12+24) laten uitrekenen.
Maar als je tussen de oefeningen van druk door een oefeningetje van een week geleden over bijvoorbeeld veerkracht ook nog kunt maken zonder de theorie even terug te zoeken dan ligt het dus niet aan 2) of 3) en moet je eens nadenken over de vraag: vind je het echt spannend als je een toets moet maken? Vraag je jezelf bij het bespreken van de toets af hoe het kan dat je vraag X niet snapte of bij vraag Y die idiote fout maakte die je nu achteraf wel ziet?
Want dan moet je eens met je mentor gaan praten: dan zou het wel eens faalangst kunnen zijn. Da's geen schande of ongeneeslijke ziekte of zo. Daar heeft jouw school waarschijnlijk ook wel trainingen voor, en dat brengt veelal voldoende rust terug. En mocht het dat ook niet zijn dan kan er gericht verder worden gezocht.
Groet, Jan