Wrijving is een tegenwerkende kracht, met inderdaad F_w = μF_N = ma

De massa m ken je, a zou je kunnen benaderen door aan te nemen dat de wrijvingskracht constant is en daarmee a. Dan is de remweg gelijk aan s = -1/2 at²  die je ook hebt gemeten en de tijdsduur. Dan is a te bepalen en dus ook de wrijvingscoefficient μ uit F_w = μF_N  = μmg.

Als je de versnelling (feitelijk vertraging) a gemeten hebt dan is voor dat moment F = ma = μmg en laat μ zich ook bepalen. Is die echt constant (d.w.z. vertraging a constant, zoals eerder werd aangenomen)?

Dag Arend,

Een sjoelbak kun je met een stapel boeken ook stapje voor stapje onder een steeds grotere helling zetten. Bij een bepaalde hoek zal een stilliggende steen nèt gaan glijden.

Er was dan even daarvoor evenwicht tussen de wrijvingskracht, en de component van de zwaartekracht evenwijdig aan de helling. Daaruit kun je dan je STATISCHE wrijvingscoëfficiënt berekenen. 

De dynamische wrijvingscoëfficiënt is wat lastiger om uit te voeren. Die is kleiner dan de statische. Kunst is dan de hoek te vinden waarbij een sjoelsteen heel langzaam met een zo constant mogelijke snelheid naar beneden blijft glijden nadat je hem een klein duwtje hebt gegeven. 

Groet, Jan

Heel erg bedankt voor beide reacties ik kan nu zeker de opdracht afronden!

groetjes Arend.