annihilatie van positron en elektron

Ben stelde deze vraag op 22 februari 2025 om 11:20.

Bij de annihilatie van een positron met een elektron ontstaan twee fotonen van elk 511 keV, die in tegengestelde richting van elkaar bewegen. Daarop is de PET-scan gebaseerd. Als de fotonen werkelijk in tegengestelde richting van elkaar bewegen, dus een rechte lijn met elkaar vormen, is daaruit goed de bron van die PET-straling te detecteren en kan bijvoorbeeld een tumor worden opgespoord. In de praktijk is er wel enige variatie in die rechte lijn, want de electronen en positronen bewegen natuurlijk wel. Toch is in combinatie met een CT-scan de plaats van die straling toch goed te localiseren. Allemaal duidelijk!

Wat mij bevreemdt is het volgende:
Het elektron en het positron trekken elkaar aan (+ en - lading). Als ze zich dus ver van elkaar af bevinden hebben ze potentiële energie, die doordat ze naar elkaar toe bewegen omgezet wordt in kinetische energie:

waarbij ik er dan vanuit ga, dat de straal van een elektron 3 femtometer (gevonden op internet katholiek universiteit Leuven).
Waar blijft die energie, als de fotonen toch evengoed elk 511 keV hebben? Dat zouden dan toch fotonen moeten zijn met een energie van 511 + 240 = 751 keV moeten zijn?

Reacties

Jan van de Velde op 22 februari 2025 om 16:41

Dag Ben,
wat je daar veronderstelt is geen wet van Meden en Perzen. Verder kunnen de deeltjes die elkaar tegenkomen los van die coulombkracht enorme snelheden hebben, waardoor er dus veel meer extra  energie is na annihilatie. 
In die gevallen gebeurt er van alles, maar geen gamma-fotonen.

Zie:
https://en.wikipedia.org/wiki/Electron%E2%80%93positron_annihilation
en de "high energy case"

Ik denk ook niet dat een PET scanner alleen werkt met 511 keV: in een artikel dat ik opgooglede vond ik bijvoorbeeld "The following effects will be discussed: 1)Prompt gamma emitted in coincidence with β+, within the energy window of the PET scanner ..//.. " . Hoe groot dat venster is stond er dan spijtig genoeg weer niet bij, maar jouw 750 keV is nou ook weer niet zó veel meer dan 511 keV. 

Kortom, stof om verder te googlen. 
Groet, Jan

 

Ben op 23 februari 2025 om 00:01

Hoi Jan,

Bedankt voor je reactie. Ik veronderstelde dat niet; het wordt zo beschreven in de natuurkundeboeken die (voor zover ik meemaak) alle scholen gebruikt worden, en het wordt ook zo gevraagd op eindexamens. Maar ik was ermee bezig en toen ik dit bedacht, raakte ik behoorlijk in de war.
Bij bijna alle vragen wordt gesteld dat de deeltje nauwelijks bewegingsenergie hebben; hoogstwaarschijnlijk om leerlingen niet in moeilijkheden te brengen voor wat betreft impulsbehoud. De snelheid die ze door de coulombse aantrekking krijgen veroorzaakt geen extra impuls, dus daarvoor is het niet van belang, maar ik raakte in de war doeer die extrta energie, terwijl ik overal lees (in de vwo-methodes) dat de fotonen dus een enrgie krijgen van 511 keV.

Ik vond 240 keV op 511 keV (ca. 50% meer) toch wel veel. Of het echt zoveel zal zijn weet ik natuurlijk ook niet, want onder welke omstandigheden telt die 3 femtometer die ik vond? Geen idee. Het kan dus zeker ook minder zijn.

Toch fijn dat je er tijd in hebt gestopt en bedankt voor je linkje. Ga ik zeker beter bekijken.

Groet,
Ben 

Theo de Klerk op 23 februari 2025 om 00:38
Ben op 23 februari 2025 om 08:38

Mooie site Theo,

Bedankt

Jan van de Velde op 23 februari 2025 om 12:20

Ben

lees (in de vwo-methodes) dat de fotonen dus een energie krijgen van 511 keV.

dat is de uitkomst van het E=mc² sommetje, zie ook tabel 7b van BINAS. 

Ibtihal op 23 februari 2025 om 18:28

Beste Ben

a) De berekening van 480keV is een slag in de lucht, excusez le mot. Alsof twee biljartballen tegen elkaar botsen? Leuven geeft een bovengrens aan de "straal". Weten we zeker dat elektronen en positronen afmetingen ongelijk nul hebben? Het is niet uitgesloten dat het "point-like particles" zijn. Dan moet je een navenant kleinere r invullen en gaat de arbeid W door het dak.

b) Hoeveel de door de Coulomb kracht verrichte arbeid ook moge zijn, W moet gefinancierd worden door de potentiële energie van het elektrisch veld. Is er na annihilatie meer dan 2*511keV beschikbaar (namelijk plus de kinetische energie van de voormalige deeltjes), dan lijkt het fatsoenlijk als na annihilatie toch alle energie in de vorm van fotonen aan het veld wordt terug gegeven in de vorm van fotonen. 2 fotonen met elk meer dan 511keV of meer dan 2 fotonen (minder waarschijnlijk).

c) Dat een elektron en een positron kunnen annihileren, wil niet zeggen dat het zeker weten gebeurt. De werkzame doorsnede sigma van deze interactie gaat omgekeerd kwadratisch met de deeltjes energie. Extra 480keV maakt het veel minder waarschijnlijk dat annihilatie optreedt. kijk bijv Griffiths Introduction to Elementary Particles Section 7.8 of https://sites.ualberta.ca/%7Egingrich/courses/phys512/node106.html

d) In je context van PET zal het positron gemakkelijk veel energie verliezen door coulomb interactie met atomen/ionen in het onderzochte weefsel. De kans op annihilatie neemt wegens sigma sterk toe naar mate ze een groot deel v hun energie hebben geloosd. Dus een groot deel van de geregistreerde coïncidenties is idd toe te schrijven aan annihilatie van ep-paren die in het ruststelsel vd detectoren weinig energie hadden. zo lijkt het legitiem dat in vwo boeken en examens wordt aangenomen dat de deeltjes zowat in rust waren toen ze annihileerden.

e) In het HBO studieboek "Fysica voor beeldvorming en radiotherapie" voor de MBRT opleiding lees je in de paragraaf Annihilatiestraling "Het positron dat bij het paarvormingsproces ontstaat, verliest evenals het elektron zijn energie door ionisaties en excitaties van de atomen langs zijn baan. Aan het eind van zijn baan zal het dan nog langzaam bewegende positron recombineren met een van de vrije elektronen uit zijn omgeving en ontstaan er twee annihilatiefotonen met elk een energie van 0,511 MeV."

f) het lijkt erop dat in een PET scanner idd zoals Jan zegt een energy window wordt toegepast. kijk bijv https://jnm.snmjournals.org/content/61/supplement_1/390 mijn speculatie: 1 vd redenen voor een energy window zou kunnen zijn dat "voorwaartse beweging" van e+p leidt tot "schuine" gammafonen die niet in tegengestelde richting bewegen. dat wil je niet bij PET, want dan "denkt" de software dat er annihilatie was langs een andere lijn dan waar het echt gebeurde.

g) Jan zijn "high energy case" gaat over veel hogere energie dan 480keV. Boeiend in een deeltjesversneller, maar niet relevant voor PET.

mvg, Ibtihal

 

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft twee appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)