De ψ functie geeft een radiale waarschijnlijkheid aan (we noemen meestal 1 dimensionaal de x-richting, maar een atoom heeft 3 dimensies en je kunt x als straalafstand r zien). Dan is er een grote kans bij x=r=0. Maar in 3 dimensies is die kans dus gelijk aan ψ2 op een afstand r. Maar dit vermenigvuldigd met het oppervlak van de bol met straal r (4πr2) . De kans een elektron dan ergens aan te treffen is het product van die twee. En hoewel ψ groot is voor r=0, is het boloppervlak A= 0 zodat de kans ψ.A = 0 En op grote afstand is A heel groot, maar ψ=0. Samen geeft het de "schillen" waarbij soms geen kans is en soms hoge kans.