Ik lees in een toetsopgave het volgende.

"In ziekenhuizen wordt gebruik gemaakt van het technetium-isotoop 99m-Tc voor radiodiagnostiek. De 'm' achter het massagetal betekent dat de kern in een aangeslagen toestand is. Bij terugvallen uit deze aangeslagen toestand komt gammastraling vrij. De energie per foton is 340 keV.

Het technetium ontstaat in het laboratorium van het ziekenhuis als vervalproduct van een beta-min-straler.

Als het technetium direct in de grondtoestand ontstaat, hebben de beta-min-deeltjes maximaal een energie van 1.23 MeV."

Ik vraag me af of de info in de opgave helemaal goed is. Ik denk met data van oa. IAEA dat al het Tc ontstaat doordat de grondtoestand van Mo-99 (via beta-min met maximaal 1.215MeV) vervalt naar een aangeslagen toestand van Tc-99 (meta stabiele isomeer) en dat rechtstreeks verval van Mo-99 naar de grondtoestand van Tc-99 niet optreedt. Ik denk dat het Tc-99m meestal (ca 88%) vervalt via gamma emissie van 140.5keV (of minder vaak 142keV) maar nooit 340keV. Ik denk dat Tc-99m in de andere gevallen (ca 12%) vervalt via interne conversie, dat je de vrijkomende conversie elektronen geen beta-min-deeltjes mag noemen en dat de vrijkomende fotonen ook geen 340keV zijn.

Ik hoop dat hier een stralingsdeskundige kijkt die kan zeggen of het correct is wat ik denk?

mvg, Ibtihal