Verhoudingen tussen 2 delen

Tim stelde deze vraag op 17 oktober 2024 om 18:06.

Hoi,

Ik wil dat als de motor (linker deel) 90 graden beweegt, dat het rechter deel 45 graden beweegt. Kortom dus een overbrengingsverhouding van i=0,5. Nu heb ik de volgende 3 situaties getest. Situatie 1 waarbij de overbrenging 1 op 1 is. De draaipunten bevinden zicht op dezelfde plek. Zoals je ziet wordt de hoek 1 op 1 doorgegeven:


Hierna heb ik het draaipunt van het rechter deel 10mm verlaagd. De arm van het linker deel is 10mm gebleven, het rechter deel heeft nu een arm van 20mm. Ik zou dus verwachten dat ik een overbrenging van i=0,5 zou hebben, maar dit is niet het geval. De hoek die het rechter deelt maakt is 29,4 graden (gemeten in solidworks) i.p.v.v de 45 die ik zou verwachten.



Als ik het rechter deel nog eens 10mm verlaag, is de hoek 19 graden. Kan iemand mij helpen? Moet ik bijvoorbeeld de stang (die nu 150mm is) veranderen? En is hier een formule voor? Of doe ik het helemaal verkeerd?

Reacties

Theo de Klerk op 17 oktober 2024 om 19:51

Dit lijkt me meer een (technische) constructievraag dan een natuurkundevraag. Maar daarom snap ik misschien ook niet de context van het geheel. Wat doet die staaf rechts, waaraan/hoe zit die vast? Ik kan er niet meteen iets bij voorstellen.

Tim op 17 oktober 2024 om 19:59

Hoi Theo,

De staaf zit als volgt vast:

 

Ik had in de vraag voor een bovenaanzicht gekozen zodat de hoeken goed zichtbaar zijn. Links heb je een motor die + en - 58 graden gaat bewegen en dan moet de staaf aan de rechter kant + en - 25 graden gaan bewegen. 

Jan van de Velde op 18 oktober 2024 om 00:04

Dag Tim,

Ook aangenomen dat je alle draai- en scharnierpunten zelf kunt kiezen, dan nog maak je het jezelf met deze overbrenging héél moeilijk om aan deze situatie exact te gaan rekenen. 

even ruwweg: Laten we alles symmetrisch houden en starten met aan de motor scharnierpunt S recht boven as A, en aan de staaf ook scharnierpunt s recht boven as a.

Dan weten we dat als je de afstand sa aan de staaf ongeveer twee keer zo lang maakt als de afstand SA op de servomotor, de uitslag ongeveer twee keer zo klein gaat zijn. 
Complicerende factor in de preciezere berekeningen is dat de  staaf Ss hierbij niet horizontaal blijft. Hoe korter de staaf Ss, hoe groter die scheefte en hoe groter de afwijking. 

Die afwijking wordt wellicht voor jouw doeleinden verwaarloosbaar als je ervoor zorgt dat in de verticale positie (stippellijn) a even ver onder A ligt als dat s boven S ligt, en als Ss vele malen langer is dan SA

Dan doen we net alsof Ss horizontaal blijft, en dan wordt het een goniosommetje in twee rechthoekige driehoeken:

Hoek en A en a zijn bekend, er geldt dat de overstaande rechthoekszijden X en x gelijk zijn, bereken de verhouding tussen schuine zijden Y en y

Groet, Jan

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft zes appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)