Exactueel: dansvloer

lieselot stelde deze vraag op 27 september 2024 om 22:36.

Hallo, 

Ik begrijp dit stukje niet helemaal goed, en namelijk hoe je dit in verband brengt met de bewegingsenergie van 24,5 J die vrijkomt bij elk sprongetje. 

"Een hoogleraar deskundige bevestigt dat:
“Dat is realistisch. Hij rekent voor dat als iemand tien keer een 'hupje' maakt van 5 centimeter hoogte, daar zo'n 5 watt aan bewegingsenergie te tappen valt. Als ze vaker of hoger springen, leveren de tegels meer vermogen; dus die 10 watt kan wel.”

Begrijp ik het hier goed dat er 24,5J vrijkomt per sprong, en dat er wordt aangenomen dat er 5 keer per seconde wordt gesprongen? Kom je dan op 5 Watt uit door rekening te houden met die 4% rendement? (24,5 * 5 *0,04) 

Alvast bedankt! 

Lieselot

Reacties

Theo de Klerk op 27 september 2024 om 23:08

Altijd handig als je een link naar het artikel bijsluit - want zonder dat wordt het een "waar heb je het over?"

Dit soms (via Google gevonden): https://www.natuurkunde.nl/opdrachten/3844/energie-uit-de-zaal

lieselot op 28 september 2024 om 00:24

Bedankt voor de link! Die was ik inderdaad vergeten toe te voegen. 

Theo de Klerk op 28 september 2024 om 00:42

Er wordt een  hup in 0,2 s gemaakt, dus 5x per seconde (is de aanname). Elke hup levert 2 x 24,5 J op (afzetten + neerkomen). Theoretisch dan 5 x (2 x 24,5) = 245 J/s = 245 W. Maar als het rendement maar 4% is omdat 96% aan ongewenste effecten "verloren" gaat, dan blijft over 4 x 2,45 W = 9,80 W.

De sprong levert dus 2 x 24,5 J op bij afzetten en neerkomen.

Jouw 5W komen bijna overeen met een halve sprong (alleen afzetten of neerkomen)

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft tweeëntwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)