Pepijn en Romee spelen bij een bruggetje over een rivier. Ze gooien aan de ene kant van de brug een stok in het water en kijken hoe lang het duurt voordat de stok weer geheel tevoorschijn is gekomen aan de andere kant van de brug. De brug heeft een breedte van 7,4 meter. De stok zelf is 1,2 meter lang. De stok drijft in de lengte onder de brug door met een snelheid van 3 m/s.
Bereken hoe lang de stok erover doet om onder de brug door te drijven.
(Ik weet niet waar ik moet beginnen bij deze vraag en welke formules ik moet gebruiken.)