Beste
Hieronder staat een vraag waar ik niet direct tot een antwoord kom.

Ik snap dat bij de paradox van Olbers het zo is dat als de afstand tussen de Aarde en de sferische schil toeneemt, de waargenomen helderheid per ster zwakker is, maar het aantal sterren neemt toe. En omdat deze twee elkaar compenseren krijg je van elke sferische schil eenzelfde lichtkracht. Dan leidt dit tot het uitdijen van het heelal. Maar ik heb moeilijkheden dit concept wiskundig aan te tonen.
Dit kan misschien door L = cte te vinden of dL = 0, maar ik vind niets.
Alvast bedankt!
Met vriendelijke groeten
Jacob