systeembord

filou stelde deze vraag op 29 mei 2024 om 10:46.

Hoi ik had een vraag!

wij zijn met natuurkunde bezig met het systeem bord nu moeten wij een opdracht maken maar we komen er niet uit! dit is de opdracht 

 

Etalageverlichting

De verlichting mag alleen aangaan als het donker (de lichtsensor geeft dan een spanning van 3,0 V) is en de hoofdschakelaar is ingeschakeld.
Als het weer licht wordt gaat de verlichting uit.
Er zit een vertraging in het systeem van 2 minuten (voor het model 2 seconden).
Je kunt met de hoofdschakelaar het systeem ook weer uitzetten.

 

wij snappen hoe we het licht aan en uit krijgen met 3 volt maar niet hoe we een timer inschakelen voor de 2 minuten vertraging 

 

groetjes Olivia en Filou 3 havo 

Reacties

Theo de Klerk op 29 mei 2024 om 11:17

Als het licht aangaat (en blijft via een geheugencel die het "aan" gaan onthoudt) dan laat je ook een signaal naar de "start" ingang van de teller gaan.

Daarop zit een pulsengenerator aangesloten die de teller laat tellen tot 2 minuten. Hier moet je even kijken: een generator met 1 Hz dus de teller tot 120 laten lopen of van 1/60 Hz en dan de teller tot 2 laten lopen... of iets ertussenin.

Als dan de teller op 120 s staat dan geeft de teller (al dan niet via EN poorten) een signaal op de reset van de geheugencel waarmee het licht aanvankelijk werd aangezet. Dat dooft dan. 

 

filou op 31 mei 2024 om 13:24

kan je een blokschema geven voor deze opdracht 

Etalageverlichting

De verlichting mag alleen aangaan als het donker (de lichtsensor geeft dan een spanning van 3,0 V) is en de hoofdschakelaar is ingeschakeld.
Als het weer licht wordt gaat de verlichting uit.
Er zit een vertraging in het systeem van 2 minuten (voor het model 2 seconden).
Je kunt met de hoofdschakelaar het systeem ook weer uitzetten.

Theo de Klerk op 31 mei 2024 om 14:02

Zoiets (vertraging alleen bij aanzetten van het licht, maar bij uitschakelen kan het met kleine wijziging ook)?

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft tweeëntwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)