De massa van een elektron bepaal je door bepaalde metingen of door gedragingen die iets met de massa van doen hebben.
Dat kan snelheid zijn (als je de redenen van de snelheid kent), impulsmoment (bij botsingen met andere deeltjes) en verder.
Er zijn geen parameters die de massa van het elektron bepalen. Je hebt een fysische situatie (bijv. beweging in een elektrisch of magnetisch veld) en daarbij een theorie ontwikkeld hoe een geladen deeltje zich daarin gedraagt. Een elektron wordt geobserveerd, gegevens nodig om die theorie te gebruiken, worden bepaald. Daaruit wordt de massa bepaald.
Bijv. draaien in een magneetveld: Fmpz = Florentz = m q v zodat m = F/qv We moeten dan dus kracht, lading en snelheid meten. Dan kunnen we de massa van het elektron berekenen.
Maar bij versnelling in een elektrisch veld: F = ma = qE zodat m = qE/a . Dan moeten we weer lading, elektrische veldsterkte en versnelling van het deeltje meten om de massa te berekenen.
De berekening van elke eigenschap van elk object in de natuurkunde hangt dus af van in welke situatie zo'n object zich bevindt en hoe het zich gedraagt. Uit metingen van dat gedrag laat zich een eigenschap berekenen.
Wat de massa van het elektron betreft, zijn er allerlei metingen gedaan (en veelvuldig herhaald uitgevoerd) waarbij men tot een waarde kwam die je in elk natuurkundeboek in een tabel kan terugvinden. Zo ook in BiNaS.