Dag Silvian,
dan doe je een aantal aannames die tot (nog zo verantwoord mogelijke) vereenvoudiging leiden.
"Consider a spherical cow" (google it!) , met de beste bedoelingen, om tot een redelijke benadering te komen.
Je zou je trampoline kunnen benaderen met twee veren die elk nog wel aan de wet van Hooke voldoen zodat je kunt (laten) rekenen, maar die als samenstel meer op een trampoline lijken, zoiets:

Dat geeft door de steeds veranderende hoek waaronder de veren trekken een al heel wat nettere benadering dan één verticale veer. De trampolinespringer is in mijn voorbeeld een echte "spherical cow" :)
Voor startwaarden als veerconstantes, voorspanning enz probeer je dan iets redelijks te bedenken, (analyseer eens wat filmpjes van trampolinespringers) en als je model ernstig van een reële trampoline afwijkt ga je je model "tweaken", dwz startwaarden of mogelijk ook rekenloops aanpassen/verfijnen tot er wel wat redelijks uitkomt.
Groet, Jan