dag Anna,

Als ik een regressieprogramma was (trendlijnen berekenen) dan zou ik ook wel raar gaan doen met zo'n set gegevens. 

Er lijkt geen verband te zijn tussen snelheid en spankracht, want die spankracht is steeds even groot. Wellicht zit het verschil in die spankrachtwaarden verder achter de komma, maar daar kan zo'n regressieprogramma niet naar gaan gokken. 

Zoals wel vaker met computerprogramma's, "bagger in betekent bagger uit". 

Dus vertel eens, hoe zag je experiment eruit, en wat was eigenlijk de bedoeling? 

Groet, Jan

hallo Jan,

het klopt inderdaad dat de spankracht overal even groot is, want van onze docent moesten we ervan uitgaan dat de Fspan gelijk is aan de Fzwaartekracht. dit hebben we bij elke massa gedaan.
Hieruit volgt dat de spankracht gelijk is bij iedere massa.
Daarna is de golflengte berekend door de formule l=n*1/2*λ om te vormen. Als dit gedaan wordt krijg je de formule λ=2*l/n. Met deze formule zijn alle verschillende golflengtes berekend. 

 Hiermee is vervolgens de voortplantingssnelheid van de golf berekend door middel van de formule v=f*λ. onze docent heeft ons aangeraden om Tgem hiervoor te pakken, om zo 3 punten in de grafiek te krijgen van 3 verschillende massa´s

groetjes, anna

Dag Anna,
Je schrijft: 'want van onze docent moesten we ervan uitgaan dat de Fspan gelijk is aan de Fzwaartekracht'.
Vermoeden: er ontstaat een staande golf in een stuk koord tussen een trillingsbron en een katrol. Het laatste stuk koord hangt over de katrol. Aan het uiteinde van het koord hangt een massa. De zwaartekracht die je noemt, is de zwaartekracht op die hangende massa, de 'hanger'.
a. Stemt deze beschrijving overeen met je proef? Zo ja, dan…

Je schrijft: 'Voor natuurkunde moeten wij in een PO de snelheid tegen de wortel van de spankracht uitzetten.'
Dat lijkt me zinvol als je de spankracht varieert door steeds een andere hangende massa te gebruiken. Als je bij elke meting dezelfde hanger gebruikt, is de spankracht steeds even groot en krijg je het (saaie, onbruikbare?) resultaat van je diagram.
Bij een variërende spankracht verwachten we een variërende golfsnelheid v en een interessanter diagram.

Je schrijft: 'dit hebben we bij elke massa gedaan.'
b. Was dat steeds een even grote massa, steeds 90 gram?

Het helpt als je (een foto van) je ruw metingen hier plaatst:
• de lengte van het trillende stuk koord
• de massa van de hanger
• de trillingstijd van de trillingsbron bij hoeveel halve golflengten (hoeveel buiken)?

In cel B1 van je Excel-bijlage staat '√Fspan' maar ook '(N1/2)'
c. Wat betekent die N1/2?
Groet, Jaap

hoi jaap,

super bedankt voor uw uitleg en het is ons gelukt om diagrammen te maken. wij snapte wat u bedoelde met de beschrijving onder a en hebben 2 goede diagrammen gemaakt gekregen! 

voor uw interesse misschien nog antwoord op de andere vragen:
b: nee wij hebben 3 massa´s gebruikt, namelijk 90 gram/130 gram/170 gram
c: met N1/2 bedoelen wij de eenheid van √Fspan

super bedankt beide!
groetjes, anna

Dag Anna,
Het is prettig dat je ons vertelt over het vervolg en dat je twee goede diagrammen hebt gemaakt.

Natuurlijk ben ik reuze nieuwsgierig naar je gemeten waarden van de trillingstijd, de lengte van het golvende stuk koord en naar je twee diagrammen.

Wilde je verder nog iets doen met de diagrammen, bij voorbeeld de massa per meter koord bepalen uit de richtingscoëfficiënt van zo'n grafiek, die misschien recht is en door de oorsprong gaat?
Groet, Jaap

Hoi jaap,

nee dat is ons al gelukt. Hiervoor had onze docent een formule gegeven. Maar super bedankt!

groetjes, anna