Elektronen berekenen

Sarah stelde deze vraag op 13 december 2023 om 17:30.

 Goedenavond.

Ik had een vraagje over een oefentoets. 

De volledige vraag is:
Shamil gebruikt een gloeilamp met een vermogen van 60,0 W om zijn werkkamer te
verlichten. De gloeilamp is aangesloten op 230V.
b. Hoeveel elektronen zijn er in deze tijdsduur door de gloeilamp zijn
gegaan.

Wat ik heb gedaan is Q berekenen, waarbij ik uit kwam op 2112,48C. Om daarna naar het aantal elektronen te gaan heb ik dit getal gedeeld door 1,602 x 10-19. Zo kom ik uit bij aantal elektronen. Het antwoordenmodel laat zien dat het antwoord 2112,48 C is. Maar dat is toch niet het aantal elektronen? Zou mijn antwoord fout gerekend worden?

Reacties

Jaap op 13 december 2023 om 17:42
Dag Sarah,
Bij vraag b gaat het om 'deze tijdsduur'.
Is dat misschien 2 uur en 15 minuten?
In dat geval is er inderdaad 2113 C lading door de lamp gegaan.
Dat komt overeen met 1,32·1022 elektronen.
Inderdaad, 2112,48 C is niet een aantal elektronen. Het is een hoeveelheid lading.
Groet, Jaap
Jan van de Velde op 13 december 2023 om 17:47
dag Sarah,

helemaal volledig is je vraag niet, want ik zie geen tijdsduur. Maar terugrekenend vind ik dat dat hoogstvermoedelijk 2¼ uur gweest moet zijn. 

als dat zo is dan klopt die 2112,48 C. Maar dat is inderdaad een lading, niet een aantal elektronen. De verdere bewerking die je voorstelt klopt ook, en dan vinden we dus ruim 13 triljard elektronen.
Of je 'nen emmer leeggooit.

Groet, Jan
Sarah op 13 december 2023 om 17:49
Dankuwel!! Ja mijn excuses, de tijdsduur stond bij opdracht a maar die heb ik niet erbij gezet. Dus wat ik aanneem van uw antwoorden is dat ik het gewoon goed heb. Nogmaals bedankt! :)

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft negenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)