Dag Inara,
Het kan helpen als je een schets van de situatie maakt. Markeer in de schets de twee punten A en B waartussen de energie-omzetting plaatsvindt. Zet in de schets de gegevens, met het symbool en de eenheid (zie de reactie van Jan).
Het is aannemelijk dat wordt bedoeld: de energie-omzetting die optreedt
• vanaf het laagste punt waar de indrukking maximaal is (punt A, u=0,50 m)
• tot het hoogste punt dat de springer bereikt (punt B op een hoogte h=4,0 m boven A).
De beschikbare energie in punt A is de veerenergie E
v=½·k·u².
Op weg naar punt B wordt de veerenergie geleidelijk omgezet in zwaarte-energie E
z=m·g·h en warmte als gevolg van luchtweerstand.
Je kunt E
v en E
z berekenen met de gegevens uit het vraagstuk.
Theo neemt aan 'dat de trampoline
zonder indrukken ook op h=0 m staat' en dat de springer hier 4,0 m boven komt.
Dat is niet in overeenstemming met de beschrijving in het vraagstuk:
de springer 'rekt een trampoline […] een halve meter (0,50m) uit. Hierna stijgt hij 4,0m.'
De 4,0 m is vanaf het laagste punt, waar u=0,50 m.
Als rendement beschouwen we hier

Groet, Jaap