Lorenzkracht op een spoel

Nikki stelde deze vraag op 23 november 2023 om 12:14.

Hi, 

Ik was een opdracht aan het maken waarbij ik de lorenzkracht op een spoel moet berekenen. Hierbij staat het magnetische veld loodrecht op de windingen van de spoel. Om dit te berekenen heb je de lengte nodig, maar omdat de spoel loodrecht staat weet ik niet wat ik zou moeten invullen. Ik heb de breedte, de hoogte en het aantal windingen gekregen.

Reacties

Jaap op 23 november 2023 om 12:27
Dag Nikki,
Als het magnetisch veld loodrecht op elke zijde van de (rechthoekige?) spoel staat,
gebruik je voor de berekening van de lorentzkracht de totale lengte van de draad op de spoel. Kun je hiermee verder?
Groet, Jaap

Nikki op 23 november 2023 om 12:30
Hi jaap,

Bedoel je hiermee de omtrek?
Jaap op 23 november 2023 om 12:32
Dag Nikki,
De lengte van een enkele winding is de omtrek van de spoel.
En daarna…
Groet, Jaap (niet jaap)
Theo de Klerk op 23 november 2023 om 12:48
Jaap op 23 november 2023 om 13:25
> kun je misschien uitleggen wat de grijze cilinder in je figuur voorstelt?
De draaias van de spoel.

>En wat de twee groepen van drie evenwijdige rode pijlen voorstellen?
De lorentzkrachten op die zijden van de spoel (de andere twee hebben die ook maar hebben geen draaieffect omdat ze proberen de spoel uit te buigen)

(sorry - onbedoeld in je vraag het antwoord gezet - en figuur aangepast TdK)
Jaap op 23 november 2023 om 13:25
Dag Nikki,
Voor de lorentzkracht op de hele spoel moet je ook rekening houden met de richting van de lorentzkracht op elke zijde.
Stel dat de rechthoekige spoel hoeken A, B, C en D heeft. Stel dat de spoel 'plat op tafel ligt': elke zijde AB, BC, CD en DA van de spoel is horizontaal. En stel dat het magnetisch veld homogeen en overal verticaal omlaag gericht is.
Dan is de lorentzkracht op de linker zijde AB van de spoel tegengesteld gericht aan de lorentzkracht op de rechter zijde CD, doordat de stroom in de tegengestelde richting loopt. Wat levert dat samen op voor de lorentzkracht?
Evenzo met de zijden BC en DA.
Groet, Jaap
Jaap op 23 november 2023 om 14:05
Dag Theo,
Dank voor de uitleg die je hebt toegevoegd aan de eerste reactie van 13.25 uur en voor de gewijzigde figuur.

Echter…
a. Nikki schrijft 'het magnetische veld loodrecht op de windingen van de spoel'.
Dit is mijns inziens een extern magnetisch veld, in verticale richting in je figuur.
Dat geeft een horizontale lorentzkracht op elke zijde van de spoel.
Je verticale lorentzkracht-pijlen zouden juist zijn als het externe magnetisch veld horizontaal gericht en loodrecht op de pijldragende zijden zou zijn. Dat veld zou dan niet zijn loodrecht op, maar evenwijdig aan de twee pijl-loze zijden van de spoel. Op de pijl-loze zijden zou dan dan geen lorentzkracht werken; ook geen lorentzkracht die zoals je zegt 'proberen de spoel uit te buigen'.
b. Uit Nikki's tekst blijkt niet dat er sprake is van een draaibare spoel.
Is er reden om aan te nemen dat er een draaias is?
Groet, Jaap
Theo de Klerk op 23 november 2023 om 14:56
Mijn fout: bij "spoel" en Lorentzkracht dacht ik meteen aan "draaiende spoel" (gezien al die elektromotorvragen recentelijk). Maar je hebt gelijk: als er niets kan draaien, dan moet je voor elke positie van de spoel de Lorentzkracht uitrekenen als F = BIL sin α.  Ik heb dat in bijgaande figuur nog eens gedaan. Een vierkante spoel gedacht met zijden L . Vectorieel opgeteld is de kracht nul want voor elke zijde wijst de kracht tegengesteld en is even groot.
Voor een ronde spoel met diameter L geldt eenzelfde redenering waarbij elke winding dan lengte πL heeft en de sterkte per winding dan BI πL is. Ook vectorieel nul om eerder genoemde reden.
Voor een spoel met N windingen geldt zo'n kracht op elke winding, dus Ftotaal = N F1 winding. Afhankelijk van de stroomrichting zal die kracht de spoel trachten uit te dijen of in te krimpen omdat de kracht loodrecht op de spoelas staat.
Jaap op 23 november 2023 om 15:18
Dag Theo,
Je mooie figuur van 14.56 uur past bij mijn voorstelling van Nikki's vraag, waarbij het ene paar zijden ('lengte van de spoel') ongelijk kan zijn aan het andere paar (door Nikki 'hoogte' genoemd).
In dat geval is de kracht op de hele spoel niet Ftotaal = N F1 winding zoals je schrijft, maar nul. Zie de tweede reactie van 13.25 uur.
Wellicht acht de moderator het nuttig deze draad wat op te schonen.

Als Nikki iets anders voor ogen heeft dan de figuur van 14.56 uur, bij voorbeeld toch een draaibare spoel of zoiets, hoop ik dat zij de situatie nader zal beschrijven.
Groet, Jaap
Nikki op 23 november 2023 om 16:10
Hi Theo en Jaap,

Dankjewel voor jullie antwoorden. De afbeelding uit 14:56 is inderdaad wat ik bedoel. In de opdracht hangt de spoel aan een veer en wordt er gevraagd wat de stroomsterkte moet zijn om de veer 3 cm uit te laten rekken. Als ik jullie antwoorden goed begrijp zou dit betekenen dat de veer niet uitrekt, alleen is dit niet helemaal in overeenstemming met de vraag.
Theo de Klerk op 23 november 2023 om 16:37

Nee, de stroom is naar binnen of buiten gericht en zal aan uitrekken niets veranderen.
Als de spoel vertikaal hangt zal uitrekking door de zwaartekracht gebeuren. 
Ligt de spoel horizontaal dan zullen alle windingen eenzelfde kracht uitoefenen en de veer dus nooit uiteenduwen - hooguit verplaatsen (als de kracht de veer voortduwt).

Een "gewone" horizontale spoel zal tegengestelde krachten op tegengestelde uiteinden ondervinden waardoor hij wil draaien (concept van een elektromotor - waaraan ik aanvankelijk dacht). Als dat niet kan dan gebeurt er niks.

Jaap op 23 november 2023 om 17:03
Dag Nikki,
Je beschrijving van 16.10 uur doet denken aan de opstelling uit het centraal examen vwo 1990, tijdvak 2, opgave 1, 'Een spoel in een magnetisch veld':
https://nvon.nl/examen/examen-1990-2-vwo-natuurkunde
met de onderstaande figuur:


In de figuur is het externe magnetisch veld horizontaal gericht naar je toe, loodrecht op het vlak van de windingen en loodrecht op het vlak van tekening. (Extern magnetisch veld: opgewekt door een niet getekende permanente magneet bij voorbeeld, maar dat is niet het door de stroomspoel opgewekte magnetisch veld.)
In jouw geval is de vraagstelling anders dan in het examen.
Maar is jouw opstelling vergelijkbaar met die in de figuur?

Zo ja, dan werkt er een verticale lorentzkracht omlaag op de onderste zijde van de spoel. Hierdoor wordt de spiraalveer extra uitgerekt.
De lengte L van de onderste zijde is gegeven in jouw opgave.
De lorentzkracht op de onderste zijde van een enkele winding bereken je met de bekende formule, als de waarde van de magnetische inductie B bekend is. Maal het aantal windingen op alle onderste zijden samen.
De lorentzkracht op de verticale zijden van de spoel zijn horizontaal opzij gericht. Deze heffen elkaar op, aangezien de stroomrichting in de ene zijde omlaag en in de andere zijde omhoog is.
De bovenste zijde van de spoel is buiten het magnetisch veld. Hierop werkt geen lorentzkracht.

De spiraalveer wordt als gevolg van de zwaartekracht op de spoel al uitgerekt voordat er een elektrische stroom gaat lopen. Mogelijk is de gegeven 3 cm de extra uitrekking van de spiraalveer als gevolg van de totale lorentzkracht op alle onderste zijden van de windingen.

Hopelijk helpt dit. Zo niet, kun je hier een figuur van jouw opstelling plaatsen, en de letterlijke, volledige tekst van de situatiebeschrijving en de vraag?
Groet, Jaap
Jaap op 23 november 2023 om 18:24
Dag Nikki,
Vervolg…
Je schrijft 'In de opdracht […] wordt er gevraagd wat de stroomsterkte moet zijn om de veer 3 cm uit te laten rekken.'
Wellicht kan het zo…
a. Bepaal uit een gegeven veerkracht-diagram of bereken met de gegeven veerconstante de (extra) veerkracht bij een (extra) uitrekking van 3,0 cm.
b. Stel de (extra) veerkracht van a gelijk aan de lorentzkacht die hoort bij de gevraagde stroomsterkte. Bereken deze stroomsterkte met de formule voor de lorentzkracht.
Groet, Jaap

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft elf appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)