Dag Sarah,
Vraag 1
Laten we aannemen dat een waarnemer W stilstaat, vlak naast de weg.
En laten we aannemen dat het windstil weer is, bij een geluidssnelheid 343 m/s.
Stel dat gegeven is:
'De door W waargenomen frequentie f
w is 10% lager dan de frequentie f
b van de bron.'
In dit geval geldt

Binas tabel 35B2 geeft

v is de geluidssnelheid in het medium (lucht).
v
b is de snelheid van de bron ten opzichte van het medium.
v
b heeft een positieve waarde als de bron de waarnemer nadert.
v
b heeft een negatieve waarde als de bron zich van de waarnemer verwijdert. Je kunt dan net zo goed gebruiken

waarin v
b een positieve waarde heeft.
v
w is de snelheid van de waarnemer ten opzichte van het medium, voor jouw vraag 2.
Je hebt voldoende informatie om v
b te berekenen. Lukt dat zo?
Vraag 1 kun je ook op een andere manier opvatten:
'Als de auto zich na het passeren van de waarnemer verwijdert, is de waargenomen frequentie f
w,2 tien procent lager dan de f
w,1 die zij waarnam toen de auto haar naderde.'
Tijdens het naderen is de waargenomen frequentie

Als de auto zich na het passeren verwijdert, is de waargenomen frequentie

met v
b positief in beide formules.
Zo vind je een andere uitkomst voor v
b dan bij de eerste manier. Het scheelt ongeveer een factor 2, maar niet precies.
Op welke manier vraag 1 bedoeld, is, kun je zelf zeggen.
Groet, Jaap