Dag Britt,
Opgave 14b luidt: 'Laat zien of leg uit dat voor trilling B geldt:
=-4,0%5Ccdot%5Csin%5CBig(%5Cfrac%7B2%5Ccdot%5Cpi%7D%7B0,00048%7D%5Ccdot&space;t%5CBig).%5Ctext%7B'%7D)
Trilling B in figuur 28B heeft een 'uitwijking' u(0)=0 volt op t=0 s, dat is midden tussen links en rechts, bij de verticale lijn met de fijne verdeling. Vlak na t=0 s wordt de uitwijking van trilling B negatief. Daarom staat er een minteken in de formule van u(t). Dat wil niet zeggen dat de amplitude negatief is, maar dat de uitwijking vlak na t=0 s negatief wordt.
De amplitude van (de elektrische) trilling B is 4,0 volt positief omdat de amplitude volgens afspraak positief is. Je ziet hier dat niet altijd geldt 'de amplitude is wat er links van de sin of cos staat'.
Je kunt de grafiek van de bovenstaande formule tekenen met je grafische rekenmachine van t=0 s tot t=0,00250 s (vijf hokken opzij van 0,00050 s per hok). Je krijgt dan de rechter helft van figuur 28B als je rekenmachine op radialen is ingesteld.
Als je docent zegt dat de amplitude negatief kan zijn: ik ben benieuwd naar zijn of haar uitleg en ik ben het er (nu) niet mee eens.
Hieronder: de uitwerking van de auteurs van Newton.
Groet, Jaap