Berekenen van Soortelijke warmte

Ash stelde deze vraag op 19 augustus 2023 om 14:37.
Goedemiddag!

Ik heb een probleem bij een vraagstuk waar ik niet uitkom.

Gegeven is de volgende opdracht:



Hieronder heb ik a en b al uitgewerkt:


Bij c gebruikte ik als eerst t=8. Ik kwam uit bij 985. Ik wilde nagaan of dit klopt door andere tijdstippen te gebruiken aangezien de soortelijke warmte van het metaal niet moet veranderen. Ik merkte bij t=5 op dat het inneens 915 is, dus ging ik andere tijdstippen ook nakijken:




Zoals je kan zien is het niet hetzelfde bij t=3 en t=5. Ik heb de berekeningen een aantal keer opnieuw gedaan en de opdracht zelf ook helemaal opnieuw om te weten of ik een fout heb gemaakt bij b. Alleen ik kom steeds uit op dezelfde waarden.

Mijn vraag aan jullie is dus:
Heb ik hier een domme fout gemaakt en ben ik toe aan weekend, of heeft het wellicht te maken met meetfouten in het figuur zelf? Indien ik zelf een fout heb gemaakt, zou je een hint kunnen geven zodat ik het nog zelf kan oplossen?

Alvast bedankt!
Mvg. Ash

Reacties

Jaap op 19 augustus 2023 om 15:44
Dag Ash,
Bij t=3 min en t=5 min heb je gebruikt ΔT=22 ºC respectievelijk 38 ºC.
Als je uitgaat van een recht evenredig verband tussen ΔT en t, is ΔT(3 min)=22,5 ºC en ΔT(5 min)=37,5 ºC. Reken je met deze niet-afgeronde waarden, dan vind je ook bij 3 en 5 min dezelfde soortelijke warmte als bij de andere tijden.
Hierbij is aangenomen dat er geen warmte naar de omgeving gaat en dat er geen water verdampt.
Groet, Jaap
Theo de Klerk op 19 augustus 2023 om 15:45
Misschien lees ik de grafiek fout af, maar na 5 min is de eindtemperatuur toch ca 58 graden en geen 66 zoals je in je berekeningen doet?
Jaap op 19 augustus 2023 om 15:50
Dag Theo,
Bij vraag b gebruiken we lijn a → T(5 min)=66 ºC.
Bij vraag c gebruiken we lijn b → T(5 min)=58 ºC.
Groet, Jaap
Ash op 19 augustus 2023 om 16:02
Super bedankt Jaap! Ik zie inderdaad dat het wel goed uitkomt met de waarden ΔT(3 min)=22,5 ºC en ΔT(5 min)=37,5 ºC. Ik had niet verwacht dat een halve graad zo'n verschil kon maken.

Nu kan ik bij d de correcte metaal opzoeken.

Nogmaals bedankt en fijn weekend!
Mvg, Ash
Jaap op 19 augustus 2023 om 16:14
Dag Ash,
Dat een halve graad Celsius zoveel verschil maakt, komt vooral doordat je in de teller van de breuk twee termen met ΔT aftrekt van de door de dompelaar afgegeven warmte. Zo houd je een tamelijk kleine waarde van de teller over. De invloed van de halve graad Celsius op zo'n kleine teller is betrekkelijk groot.
Groet, Jaap
Ash op 19 augustus 2023 om 16:34
Ah oke! Ik begrijp het. Bedankt voor je extra uitleg hierover!
Mvg. Ash

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft eenendertig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)