Dit soort schakelingen is een kwestie van stap voor stap vereenvoudigen en later, als wat gegevens bekend zijn, weer terugbrengen tot het origineel.

Voor de totale vervanging:
1) eerst R2 en R3 vervangen tot Rx
2) Dan R1 en Rx vervangen Ry
3) Op dezelfde manier R4, R5 en R6 vervangen tot Rz
4) Ry en Rz vervangen tot Rtotaal
Dan kun je de stroomsterkte uitrekenen die door alle weerstanden gaat:  I = U/R = 230/Rtotaal

Dan ga je weer terug opbouwen: stroom splitst zich net als water bij elke aftakking. De totale stroom die je berekende gaat dus door gesplitst delen van de schakeling.
1) Door Rz gaat  I = U/Rz  En aangezien Rz een stel weerstanden in serie weergeeft, gaat dus dezelfde stroom door alle weerstanden R4, R5 en R6
2) Door Ry gaat I = U/Ry   (en dat zou Itotaal - I_Rz moeten zijn). De stroom gaat door R1 . Daarna splitst de stroom zich weer om deels door R2 en R3 te gaan.
3) De stroom uit 2) gaat door R1 en geeft een spanningsval: U_R1 = I_Ry R1. 
4) De rest van de spanning staat over R2 en R3:  U - U_R1 = I_R2 R2  = I_R3 R3   Alles buiten de stromen is bekend en dus kun je die uitrekenen.

Dag Brianna,
We mogen aannemen dat het meest linkse en meeste rechtse punt van de getekende schakeling zijn aangesloten op een spanningsbron van 230 V.

De onderste tak, gevormd door R₄, R₅ en R₆, is aangesloten op deze 230 V. I₄₅₆ heeft u correct berekend. Dat is de stroomsterkte in elk van de weerstanden R₄, R₅ en R₆.

Beschouwen we de bovenste tak, gevormd door R₁, R₂ en R₃, eerst als een geheel, dan geldt voor de stroomsterkten I_b=I₄₅₆+I₁₂₃, zodat u I₁₂₃ kunt berekenen.
Deze I₁₂₃ loopt door R₁. Bereken nu eens de spanning U₁ over weerstand R₁?
Hoe groot zal de spanning over de combinatie van R₂ en R₃ zijn?
Vervolgens kunt u de stroomsterkte in R₂ berekenen.
En kunt u beredeneren dat de stroomsterkte in R₃ twee maal zo groot is als in R₂.

Ik ben benieuwd: bij welk onderwijs hoort dit vraagstuk? In Nederland of België?
Groet, Jaap

Dankjewel! Ik heb het nu!
Dit is van Belgie trouwens.