Dag Gio, Bij opgave 36ab moet figuur 11.27 worden gebruikt. Die figuur zie ik niet in je bijlage. Hulp kan het beste aansluiten op hetgeen je al hebt bedacht over deze vragen. Wil je hier schrijven wat je al hebt bedacht? Groet, Jaap
Gio
op
29 juni 2023 om 23:06
Sorry ervoor, de bijlage is nu toegevoegd. Zoals te zien is heb ik 2 driehoeken getekend omdat ik denk dat ik hiermee een oppervlakte kan berekenen. Alleen ik weet niet meer helemaal hoe en met welke grootheden.
Dag Gio, Vraag a Op de horizontale as is de golflengte λ van de elektromagnetische straling uitgezet in nanometer, nm. Op de verticale as is de 'spectrale intensiteit' I of Iλ uitgezet in W·m–2·nm–1. Dat is de intensiteit in W·m–2 van de uitgezonden straling met een golflengte tussen bij voorbeeld 500 nm en 501 nm, dus in een golflengtegebied van 1 nanometer. Het oppervlak 'hoogte maal breedte' onder de kromme: welke eenheid krijg je als je de verticale eenheid W·m–2·nm–1 vermenigvuldigt met de horizontale eenheid nm? Bij welke grootheid hoort die eenheid?
Vraag b Hoe groot is het 'oppervlak' van je linker driehoek, zoals bepaald met de waarden die je afleest op de horizontale en verticale as? Hoe groot is het 'oppervlak' van de rechter driehoek? En samen? Hoe groot is dus de intensiteit van de elektromagnetische straling die het zonoppervlak uitzendt?
Vraag c Bij vraag a en b vind je de intensiteit van de uitgezonden straling. Dat is het vermogen in watt van de straling die gemiddeld door een vierkante meter van het zonoppervlak wordt uitgezonden. Hoe groot is het vermogen volgens Binas tabel 32C? Hoe groot is het zonoppervlak? Hoe groot is de intensiteit volgens Binas tabel 32C? Stemmen de uitkomsten van vraag b en c overeen? Groet, Jaap