cirkelbeweging in looping
Mattie stelde deze vraag op 27 juni 2023 om 22:46.Ik heb een vraag over een practicum waarin je een knikker van een helling af laat gaan en vervolgens net een cirkelbeweging uitvoert. De vraag luidt: bepaal de arbeid welke door de wrijvingskracht is verricht tot aan het hoogste punt in de looping.
ik heb de volgende gegevens gemeten: massa knikker: 5 g
Starthoogte ten opzichte van de tafel: 40 cm. Diameter looping 22 cm.
vraag 2: bereken de gemiddelde weerstandskrachten op de knikker. Meet hiervoor de afgelegde weg.
afgelegde weg = 0,85 meter
alvast bedankt.
Reacties
Jaap
op
27 juni 2023 om 22:57
Dag Mattie,
• Hulp kan het beste aansluiten bij hetgeen je zelf al hebt bedacht.
Wil je dat hier eens schrijven? Welke formules zijn bij voorbeeld bruikbaar?
• Je schrijft dat de knikker 'net een cirkelbeweging uitvoert'. Bedoel je dat de knikker in het hoogste punt precies de snelheid heeft die nodig is om te zorgen dat hij daar niet los raakt van de baan?
Groet, Jaap
• Hulp kan het beste aansluiten bij hetgeen je zelf al hebt bedacht.
Wil je dat hier eens schrijven? Welke formules zijn bij voorbeeld bruikbaar?
• Je schrijft dat de knikker 'net een cirkelbeweging uitvoert'. Bedoel je dat de knikker in het hoogste punt precies de snelheid heeft die nodig is om te zorgen dat hij daar niet los raakt van de baan?
Groet, Jaap
Jan van de Velde
op
27 juni 2023 om 22:57
dag Mattie,
Dus die knikker viel nog nèt niet uit de looping als je hem van 40 cm hoogte liet rollen?
bereken eens:
Het verschil is wrijvingsarbeid.
groet, Jan
Dus die knikker viel nog nèt niet uit de looping als je hem van 40 cm hoogte liet rollen?
bereken eens:
- welke snelheid een knikker minimaal moet hebben om een looping van 22 cm te halen?
- welke snelheid een knikker die van 40 cm naar beneden ROLT theoretisch kan halen?
Het verschil is wrijvingsarbeid.
groet, Jan
mattie
op
27 juni 2023 om 23:30
ik heb een bijlage toegevoegd met de berekeningen die ik nu heb
ik weet niet of mijn berekeningen kloppen en of de formules die ik heb gebruikt mogen.
ik weet niet of mijn berekeningen kloppen en of de formules die ik heb gebruikt mogen.
Jaap
op
27 juni 2023 om 23:54
Dag Mattie,
• Je uitkomsten zijn in grote lijn goed.
• Hoe vraag d, e, f luiden, weet ik niet, maar de berekening van de arbeid kan korter.
Wet van arbeid en energie (Binas tabel 35A4):
Δh is het hoogteverschil tussen het beginpunt en het hoogste punt van de looping.
Bovenin de looping wordt de benodigde middelpuntzoekende kracht juist geleverd door de zwaartekracht en is de normaalkracht nul, zodat
Combineren levert
Invullen geeft Wwr=–0,00505 J
Negatief want de weerstandskrachten werken tegen de beweging in.
• In je verslag verdient de spelling nog aandacht…
Groet, Jaap
• Je uitkomsten zijn in grote lijn goed.
• Hoe vraag d, e, f luiden, weet ik niet, maar de berekening van de arbeid kan korter.
Wet van arbeid en energie (Binas tabel 35A4):
Δh is het hoogteverschil tussen het beginpunt en het hoogste punt van de looping.
Bovenin de looping wordt de benodigde middelpuntzoekende kracht juist geleverd door de zwaartekracht en is de normaalkracht nul, zodat
Combineren levert
Invullen geeft Wwr=–0,00505 J
Negatief want de weerstandskrachten werken tegen de beweging in.
• In je verslag verdient de spelling nog aandacht…
Groet, Jaap
Mattie
op
28 juni 2023 om 01:09
Dankjulliewel. Ik snap het. En bij de laatste vraag is het gewoon het berekende antwoord delen door de gehele lengte van de baan inclusief looping. Geen rare dingen met cos etc. aangezien de wrijving geen hoek heeft.
Jaap
op
28 juni 2023 om 10:46
Dag Mattie,
Je vergelijking
onder de horizontale streep is fout.
Dat blijkt uit het feit dat je voor de wrijvingsarbeid vindt W=5,04×10–3 J positief,
terwijl de wrijvingskracht tegengesteld gericht is aan de verplaatsing,
zodat de wrijvingsarbeid negatief moet zijn.
Op de laatste regel tover je er een minteken bij 'dus W=–5,04×10–3 J'.
Dat getuigt niet van goed begrip in de relatie tussen arbeid en energie.
Beter:
enzovoort. Dit geeft de juiste Wwr=–0,00505 J zonder illegale truc met een minteken.
De gemiddelde wrijvingskracht bereken je liever niet met Fw,gem=Wwr/s
Er is immers wel degelijk een cosinus in het spel. De hoek tussen de wrijvingskracht en een kleine verplaatsing is steeds α=180º → cos α=–1
Wwr=Fwr,gem·s·cos α → –0,00505=Fwr,gem·0,85×(–1)
waaruit een positieve waarde van Fwr,gem volgt.
Groet, Jaap
Je vergelijking
onder de horizontale streep is fout.
Dat blijkt uit het feit dat je voor de wrijvingsarbeid vindt W=5,04×10–3 J positief,
terwijl de wrijvingskracht tegengesteld gericht is aan de verplaatsing,
zodat de wrijvingsarbeid negatief moet zijn.
Op de laatste regel tover je er een minteken bij 'dus W=–5,04×10–3 J'.
Dat getuigt niet van goed begrip in de relatie tussen arbeid en energie.
Beter:
enzovoort. Dit geeft de juiste Wwr=–0,00505 J zonder illegale truc met een minteken.
De gemiddelde wrijvingskracht bereken je liever niet met Fw,gem=Wwr/s
Er is immers wel degelijk een cosinus in het spel. De hoek tussen de wrijvingskracht en een kleine verplaatsing is steeds α=180º → cos α=–1
Wwr=Fwr,gem·s·cos α → –0,00505=Fwr,gem·0,85×(–1)
waaruit een positieve waarde van Fwr,gem volgt.
Groet, Jaap