Valversnelling bepalen
Ana stelde deze vraag op 17 juni 2023 om 12:19. Hallo,
Wij moeten voor een PO een meetrapport maken en 1 van de vragen is de valsversnelling bepalen. We zitten in 3vwo en de PO gaat over een tijdtikker. Ik dacht dat de valversnelling g, altijd gewoon 9,81m/s² is. Ik kwam langs deze formule, g= G ∙ Maarde/r²aarde, moet ik deze gebruiken? En zo ja wat betekenen de G, Maarde en r²aarde?
Groetjes
Reacties
Jan van de Velde
op
17 juni 2023 om 12:46
dag Ana,
je moet die gaan bepalen
dat is iets heel anders dan opzoeken op internet, in een tabellenboek, of berekenen.
Je hebt denk ik een experiment gedaan (PO) waarbij iets naar beneden reed of viel onder invloed van de zwaartekracht. Dat ding ondervond dus een zwaartekrachtversnelling = valversnelling.
Versnelling is de verandering van snelheid in de tijd. Uit metingen van afstand en tijd kun je snelheid maar ook verandering van snelheid bepalen.
als je dat niet ziet, kom dan eens met een behoorlijke beschrijving van je experiment, en met wat overzichtelij gepresenteerde meetresultaten?
Groet, Jan
je moet die gaan bepalen
dat is iets heel anders dan opzoeken op internet, in een tabellenboek, of berekenen.
Je hebt denk ik een experiment gedaan (PO) waarbij iets naar beneden reed of viel onder invloed van de zwaartekracht. Dat ding ondervond dus een zwaartekrachtversnelling = valversnelling.
Versnelling is de verandering van snelheid in de tijd. Uit metingen van afstand en tijd kun je snelheid maar ook verandering van snelheid bepalen.
als je dat niet ziet, kom dan eens met een behoorlijke beschrijving van je experiment, en met wat overzichtelij gepresenteerde meetresultaten?
Groet, Jan
Ana
op
17 juni 2023 om 12:57
Hallo Jan,
Ja we hebben een gewichtje van 20,1 gram 40cm naar beneden moeten laten vallen terwijl deze vast zat aan een tikkerstrook. Hij raakte de grond na 0,48 seconde. Ik begrijp alleen nog steeds niet hoe ik dit moet bepalen. Ik heb een tabel met al onze meetresultaten toegevoed als bijlage
Ja we hebben een gewichtje van 20,1 gram 40cm naar beneden moeten laten vallen terwijl deze vast zat aan een tikkerstrook. Hij raakte de grond na 0,48 seconde. Ik begrijp alleen nog steeds niet hoe ik dit moet bepalen. Ik heb een tabel met al onze meetresultaten toegevoed als bijlage

Theo de Klerk
op
17 juni 2023 om 13:28
stippen = gelijkgespreide tijdstippen
positie stippen = afgelegde valafstand bij die stip
Dus bij stip 3 (t=3/50=0,06 s als de stips met 50 Hz gezet worden) meet je een afstand vanaf begin van bijv 1,1 cm.
Bij stip 12 (t=12/50 = 0,24 s) een afstand vanaf begin van 16,1 cm
Zet s,t uit in een grafiek (s vertikaal, t horizontaal)
Zo kun je ook v,t uitzetten. Als alles netjes gemeten is uitgevoerd is, zal dat ongeveer een lineaire functie zijn. En omdat v(t) = g.t kun je uit de richtingscoefficient g bepalen: g = v/t
positie stippen = afgelegde valafstand bij die stip
Dus bij stip 3 (t=3/50=0,06 s als de stips met 50 Hz gezet worden) meet je een afstand vanaf begin van bijv 1,1 cm.
Bij stip 12 (t=12/50 = 0,24 s) een afstand vanaf begin van 16,1 cm
Zet s,t uit in een grafiek (s vertikaal, t horizontaal)
Zo kun je ook v,t uitzetten. Als alles netjes gemeten is uitgevoerd is, zal dat ongeveer een lineaire functie zijn. En omdat v(t) = g.t kun je uit de richtingscoefficient g bepalen: g = v/t
Ana
op
17 juni 2023 om 13:32
Hallo,
Dank u wel ik begrijp het nu!
Dank u wel ik begrijp het nu!
Jan van de Velde
op
17 juni 2023 om 14:13
Dag Ana,
ik zie wel een opvallend meetresultaat ergens rond stippen 9-12: Net of de boel daar even haperde?
Ik denk dat daar een aardige deuk in je grafieken gaat vallen.
Groet, Jan
ik zie wel een opvallend meetresultaat ergens rond stippen 9-12: Net of de boel daar even haperde?
Ik denk dat daar een aardige deuk in je grafieken gaat vallen.
Groet, Jan
Jaap
op
17 juni 2023 om 14:49
Dag Ana,
Je hebt een gewicht 40 cm naar beneden laten vallen tot het op t=0,48 s landt.
Het gewicht heeft dus in 0,48 s een afstand van 40 cm afgelegd?
Maar volgens je tabel is in 0,48 s een afstand van 66,2 cm afgelegd.
Hoe kan dat meer zijn dan de afgelegde 40 cm?
Groet, Jaap
Je hebt een gewicht 40 cm naar beneden laten vallen tot het op t=0,48 s landt.
Het gewicht heeft dus in 0,48 s een afstand van 40 cm afgelegd?
Maar volgens je tabel is in 0,48 s een afstand van 66,2 cm afgelegd.
Hoe kan dat meer zijn dan de afgelegde 40 cm?
Groet, Jaap
Ana
op
17 juni 2023 om 16:58
Hallo Jaap en Jan
De tabel is misschien iets onduidelijk voor jullie hehe. De s is staat hier voor de lengte van de tikkerstrook de laatste stip was op 66,2cm de strook was 70cm als het goed is. Ja, in de grafiek ziet het er gelukkig niet heel erg uit.
Groet Ana
De tabel is misschien iets onduidelijk voor jullie hehe. De s is staat hier voor de lengte van de tikkerstrook de laatste stip was op 66,2cm de strook was 70cm als het goed is. Ja, in de grafiek ziet het er gelukkig niet heel erg uit.
Groet Ana
Jan van de Velde
op
17 juni 2023 om 22:50
Ana
in de grafiek ziet het er gelukkig niet heel erg uit.Nou, daarover zijn de meningen verdeeld: jij vindt van niet, ik en waarschijnlijk jouw docent ook vinden van wel.
Dit wordt jouw vgem/t grafiek:
die deuk kun je beter niet onbesproken laten...
Groet, Jan
Jaap
op
18 juni 2023 om 00:20
Dag Ana,
• Goed, in je tabel staat s voor de lengte van de tikkerstrook, de laatste stip was op 66,2 cm en de strook was 70 cm. Dan snap ik nog niet hoe tussen de eerste stip (t=0) en de laatste stip (t=0,48 s als het gewicht op de grond komt) meer afstand (66,2 cm) kan zitten dan de 40 cm die het gewicht omlaag is gegaan tijdens de val. Kun je dat uitleggen?
• Zoals Jan schrijft, zijn de meningen verdeeld over het diagram van de gemiddelde snelheid als functie van de tijd. Een rechte grafiek, zonder knik, door de oorsprong met een helling van 2,90 m/s² sluit behoorlijk goed aan bij de meetpunten. Het punt bij t=0,18 s ligt iets boven de rechte en het punt bij t=0,24 s ligt er iets onder. Dat mag je bij een proef zoals deze verwachten.
• Trouwens, maak je een diagram met de gemiddelde snelheid verticaal en de tijd horizontale as? Hoe bepaal je daaruit dan de versnelling van het gewicht en welke waarde vind je?
Groet, Jaap
• Goed, in je tabel staat s voor de lengte van de tikkerstrook, de laatste stip was op 66,2 cm en de strook was 70 cm. Dan snap ik nog niet hoe tussen de eerste stip (t=0) en de laatste stip (t=0,48 s als het gewicht op de grond komt) meer afstand (66,2 cm) kan zitten dan de 40 cm die het gewicht omlaag is gegaan tijdens de val. Kun je dat uitleggen?
• Zoals Jan schrijft, zijn de meningen verdeeld over het diagram van de gemiddelde snelheid als functie van de tijd. Een rechte grafiek, zonder knik, door de oorsprong met een helling van 2,90 m/s² sluit behoorlijk goed aan bij de meetpunten. Het punt bij t=0,18 s ligt iets boven de rechte en het punt bij t=0,24 s ligt er iets onder. Dat mag je bij een proef zoals deze verwachten.
• Trouwens, maak je een diagram met de gemiddelde snelheid verticaal en de tijd horizontale as? Hoe bepaal je daaruit dan de versnelling van het gewicht en welke waarde vind je?
Groet, Jaap