luchtstroom door buis met verjonging berekenen.
Peter Markert stelde deze vraag op 07 juni 2023 om 11:23. Het volgende probleem wil ik doorrekenen, maar ik weet helaas niet meer welke formules hiervoor nodig zijn.
Stelling:
Totale buis van 32m lang
Een onderdruk van 10Pa in de ruimte waar de buis hangt.
1e deel buis is ø640mm
2e deel buis is ø520mm
3e deel buis is ø404mm
elke 2 meter zijn er twee opening van 450mm x 250mm waar de lucht uit stroomt met een constante snelheid van 3m/s
Om de constante snelheid te kunnen bereiken bij de uitstroom opening, moet de buis verjongd worden.
Mijn vraag is hoe lang is het 1e deel, 2e deel en derde deel van de buis? en met welke formules kan ik dit berekenen?
Voorbeeld van hoe het er uit kan zien is in de bijlage bijgevoegd.
Bijlagen:
Reacties
Theo de Klerk
op
07 juni 2023 om 11:51
Wat is een buis verjongen? Vervangen?
En dit is schetsmatig de situatie?
En dit is schetsmatig de situatie?
![](https://media.natuurkunde.nl/content_files/files/18750/original/Picture.png?1686133761)
Peter Markert
op
07 juni 2023 om 11:58
Een buis verjongen is van een grotere diameter overgaan in een kleinere diameter.Dus in het specifieke geval van 640mm naar 520mm en dan naar 420mm doorsnede.
Peter Markert
op
07 juni 2023 om 13:58
Ja, het tekeningetje is schetsmatig goed, behalve dat er per 2m 2 openingen zijn. 1x aan de linker onderkant van de buis en 1x aan de rechter onderkant van de buis. Totaal zijn er 32 openingen (16 per kant) evenredig verdeeld over de buis.
Theo de Klerk
op
07 juni 2023 om 16:03
Ik denk dat de oplossing gezocht moet worden in de afvoer van het teveel aan lucht in de bredere buizen.
![](https://media.natuurkunde.nl/content_files/files/18751/original/Picture.png?1686145758)
Uiteindelijk zal uit de achterste buis elke seconde een massa lucht ontsnappen gelijk aan uitstroomvolume x dichtheid = aantal gaten N3 x oppervlak ervan A x uitstroomsnelheid x dichtheid
Die uitstroomsnelheid is 3 m/s: m3 = N3 A 3 ρ
In de dikkere buizen is dat ook zo. Dat is bij een dicht systeem niet mogelijk: de massa die door een dikkere buis stroomt moet met hogere snelheid door een dunne buis geperst worden (behoud van massa).
Nu echter is blijkbaar de uitstroomsnelheid overal gelijk, hoewel het volume van de buis toeneemt.
Dat kan alleen maar als dat extra volume wordt afgevoerd door een aantal gaten in die dikkere buis, opnieuw met snelheid 3 m/s. Het aantal gaten zal afhankelijk zijn van de lengte van het buissegment.
Bijv., het extra volume van de middelste buis (buis 2, diameter d2 ) tov de dunne buis (buis 3 met kleinere diameter d3 ) is ΔV2 = 1/4π(d22 - d32) L2 en de lucht in dit volume moet door de gaten in buis 2 worden afgevoerd: ρ ΔV2 = N2 A 3 ρ . Daarbij geldt dat L2 = 2 N2/2 = N2 omdat de gaten 2 m uiteen staan maar er 2 gaten op gelijke afstand op verschillende plekken op de omtrek staan (dus N2/2 over de lengte L2).
![](https://media.natuurkunde.nl/content_files/files/18751/original/Picture.png?1686145758)
Uiteindelijk zal uit de achterste buis elke seconde een massa lucht ontsnappen gelijk aan uitstroomvolume x dichtheid = aantal gaten N3 x oppervlak ervan A x uitstroomsnelheid x dichtheid
Die uitstroomsnelheid is 3 m/s: m3 = N3 A 3 ρ
In de dikkere buizen is dat ook zo. Dat is bij een dicht systeem niet mogelijk: de massa die door een dikkere buis stroomt moet met hogere snelheid door een dunne buis geperst worden (behoud van massa).
Nu echter is blijkbaar de uitstroomsnelheid overal gelijk, hoewel het volume van de buis toeneemt.
Dat kan alleen maar als dat extra volume wordt afgevoerd door een aantal gaten in die dikkere buis, opnieuw met snelheid 3 m/s. Het aantal gaten zal afhankelijk zijn van de lengte van het buissegment.
Bijv., het extra volume van de middelste buis (buis 2, diameter d2 ) tov de dunne buis (buis 3 met kleinere diameter d3 ) is ΔV2 = 1/4π(d22 - d32) L2 en de lucht in dit volume moet door de gaten in buis 2 worden afgevoerd: ρ ΔV2 = N2 A 3 ρ . Daarbij geldt dat L2 = 2 N2/2 = N2 omdat de gaten 2 m uiteen staan maar er 2 gaten op gelijke afstand op verschillende plekken op de omtrek staan (dus N2/2 over de lengte L2).
Theo de Klerk
op
08 juni 2023 om 14:40
Een beetje puzzelen deed me berekenen dat de lengtes van dik naar dun resp. 10,6 m, 7,3 m en 12,0 m zouden zijn - als er geen redenatiefout of rekenfout is ingeslopen.
Als ik de dunste pijp neem, dan komt daar elke seconde een volume lucht in (bij snelheid 3 m/s) gelijk aan
V = π r32 3 m3 Vermenigvuldigd met de luchtdichtheid is dat de massa aan lucht.
Dat volume moet uit de gaten weggeblazen worden. Elk gat heeft een oppervlak van 0,45 x 0,25 = 0,1125 m2 en met een uitstroomsnelheid van 3 m/s komt uit elk gat 3 x 0,1125 = 0,3375 m3 lucht.
N3 = π r32 3 / (3 x 0,1125) = 0,67
Ditto voor N2 (elke seconde extra volume ingeblazen π(r22 - r32) 3 , afgevoerd door N2 gaten die N2 A 3 lucht doorlaten)
N2 = 0,67
N1 = 0,97
N1:N2:N3 = L1:L2:L3 = 0,97 : 0,67 : 1,1 verdeeld over 30 meter lengte
L1 = 0,97/(0,97+0,67+1,1) x 30 = 0,97/2,74 x 30 = 10,62 m
L2 = 7,34 m
L3 = 12,04 m
Als ik de dunste pijp neem, dan komt daar elke seconde een volume lucht in (bij snelheid 3 m/s) gelijk aan
V = π r32 3 m3 Vermenigvuldigd met de luchtdichtheid is dat de massa aan lucht.
Dat volume moet uit de gaten weggeblazen worden. Elk gat heeft een oppervlak van 0,45 x 0,25 = 0,1125 m2 en met een uitstroomsnelheid van 3 m/s komt uit elk gat 3 x 0,1125 = 0,3375 m3 lucht.
N3 = π r32 3 / (3 x 0,1125) = 0,67
Ditto voor N2 (elke seconde extra volume ingeblazen π(r22 - r32) 3 , afgevoerd door N2 gaten die N2 A 3 lucht doorlaten)
N2 = 0,67
N1 = 0,97
N1:N2:N3 = L1:L2:L3 = 0,97 : 0,67 : 1,1 verdeeld over 30 meter lengte
L1 = 0,97/(0,97+0,67+1,1) x 30 = 0,97/2,74 x 30 = 10,62 m
L2 = 7,34 m
L3 = 12,04 m
Jaap
op
08 juni 2023 om 16:32
Dag Theo,
a. Je lengten van 10,62 m en 7,34 m en 12,04 m zijn samen 30 m.
Peter noemt echter een totale lengte van 32 meter.
b. Je lijkt ervan uit te gaan dat de stroomsnelheid in de drie buisdelen 3 m/s is.
Peter vermeldt echter alleen een stroomsnelheid in 'twee opening […] waar de lucht uit stroomt met een constante snelheid van 3 m/s'.
Over de stroomsnelheid in de drie buisdelen heeft Peter niets gezegd, lijkt me.
c. Op 08 juni 2023 om 14.40 uur vermeld je dat per seconde een volume V=π·r3²·3 m³ in het dunste buisdeel komt. En je schrijft 'Dat volume moet uit de gaten weggeblazen worden.' Je lijkt aan te nemen dat het dunste buisdeel aan het eind afgesloten is. Dat kan ik niet uit de informatie van Peter opmaken.
d. Je schrijft 'N3 = π r32 3 / (3 x 0,1125) = 0,67' maar verderop schrijf je 1,1.
Want 1,1 π×0,202²×3/(3×0,1125)=1,139
In het middendeel 0,67 gat → kan dat?
Worden de 1,1 en 0,67 en 0,97 (aantal gaten, absoluut) later verhoudingsgetallen?
Groet, Jaap
a. Je lengten van 10,62 m en 7,34 m en 12,04 m zijn samen 30 m.
Peter noemt echter een totale lengte van 32 meter.
b. Je lijkt ervan uit te gaan dat de stroomsnelheid in de drie buisdelen 3 m/s is.
Peter vermeldt echter alleen een stroomsnelheid in 'twee opening […] waar de lucht uit stroomt met een constante snelheid van 3 m/s'.
Over de stroomsnelheid in de drie buisdelen heeft Peter niets gezegd, lijkt me.
c. Op 08 juni 2023 om 14.40 uur vermeld je dat per seconde een volume V=π·r3²·3 m³ in het dunste buisdeel komt. En je schrijft 'Dat volume moet uit de gaten weggeblazen worden.' Je lijkt aan te nemen dat het dunste buisdeel aan het eind afgesloten is. Dat kan ik niet uit de informatie van Peter opmaken.
d. Je schrijft 'N3 = π r32 3 / (3 x 0,1125) = 0,67' maar verderop schrijf je 1,1.
Want 1,1 π×0,202²×3/(3×0,1125)=1,139
In het middendeel 0,67 gat → kan dat?
Worden de 1,1 en 0,67 en 0,97 (aantal gaten, absoluut) later verhoudingsgetallen?
Groet, Jaap
Jaap
op
08 juni 2023 om 16:34
Dag Peter,
In je informatie vind ik geen gegevens over de grootte van stroomsnelheid van de lucht in de drie buisdelen. Ook is onbekend of het dunste buisdeel aan het uiteinde afgesloten of open is.
Zodoende kan ik de lengten van de drie buisdelen niet berekenen. Immers…
De drie lengten zijn samen L1+L2+L3=32 m
Het aantal uitstroomopeningen in het dikste buisdeel is N1=2·(L1/2)=L1 enzovoort, zodat
N1+N2+N3=32 (1)
Voor de massa lucht die per seconde het dikste buisdeel ingaat of uitgaat, geldt
m1=ρ·V1=ρ·A1·v1=ρ·¼·π·D1²·v1 met
ρ is de dichtheid van de lucht in kg/m³
V1 is het volume van de lucht die per seconde in het dikste buisdeel passeert in m³
A1 is het oppervlak van de dwarsdoorsnede van de dikste buis in m²
v1 is de stroomsnelheid aan het begin of het eind van het dikste buisdeel in m/s
D1 is de inwendige diameter van de dikste buis in m
Evenzo gaat per seconde door een enkele uitstroomopening
mgat=ρ·Agat·vgat=ρ·0,450×0,250×3
en passeert in het middendeel m2=ρ·¼·π·D2²·v2
en in het dunste buisdeeel m3=ρ·¼·π·D3²·v3
Continuïteit vereist voor het dikste buisdeel dat m1+N1·mgat=m2 met
N1 is het aantal uitstroomopeningen in het dikste buisdeel, zodat
ρ·¼·π·D1²·v1begin+N1·ρ·0,450×0,250×3=ρ·¼·π·D2²·v2begin
Met de simplistische aanname dat de luchtdichtheid overal even groot is, volgt
¼·π·0,640²·v1begin+N1·0,1125×3=¼·π·0,520²·v2begin (2)
Evenzo voor het middendeel
¼·π·0,520²·v2begin+N2·0,1125×3=¼·π·0,404²·v3begin (3)
en voor het dunste buisdeel
¼·π·0,404²·v3begin+N3·0,1125×3=¼·π·0,404²·v3eind (4)
Dit zijn vier vergelijkingen met zeven onbekenden N1, N2, N3 en v1begin, v2begin, v3begin en v3eind. Hiervoor vind ik geen unieke oplossing.
Als de waarde van de vier stroomsnelheden bekend is, kunnen we N1, N2 en N3 en vervolgens de lengten van de drie buisdelen berekenen.
Groet, Jaap
In je informatie vind ik geen gegevens over de grootte van stroomsnelheid van de lucht in de drie buisdelen. Ook is onbekend of het dunste buisdeel aan het uiteinde afgesloten of open is.
Zodoende kan ik de lengten van de drie buisdelen niet berekenen. Immers…
De drie lengten zijn samen L1+L2+L3=32 m
Het aantal uitstroomopeningen in het dikste buisdeel is N1=2·(L1/2)=L1 enzovoort, zodat
N1+N2+N3=32 (1)
Voor de massa lucht die per seconde het dikste buisdeel ingaat of uitgaat, geldt
m1=ρ·V1=ρ·A1·v1=ρ·¼·π·D1²·v1 met
ρ is de dichtheid van de lucht in kg/m³
V1 is het volume van de lucht die per seconde in het dikste buisdeel passeert in m³
A1 is het oppervlak van de dwarsdoorsnede van de dikste buis in m²
v1 is de stroomsnelheid aan het begin of het eind van het dikste buisdeel in m/s
D1 is de inwendige diameter van de dikste buis in m
Evenzo gaat per seconde door een enkele uitstroomopening
mgat=ρ·Agat·vgat=ρ·0,450×0,250×3
en passeert in het middendeel m2=ρ·¼·π·D2²·v2
en in het dunste buisdeeel m3=ρ·¼·π·D3²·v3
Continuïteit vereist voor het dikste buisdeel dat m1+N1·mgat=m2 met
N1 is het aantal uitstroomopeningen in het dikste buisdeel, zodat
ρ·¼·π·D1²·v1begin+N1·ρ·0,450×0,250×3=ρ·¼·π·D2²·v2begin
Met de simplistische aanname dat de luchtdichtheid overal even groot is, volgt
¼·π·0,640²·v1begin+N1·0,1125×3=¼·π·0,520²·v2begin (2)
Evenzo voor het middendeel
¼·π·0,520²·v2begin+N2·0,1125×3=¼·π·0,404²·v3begin (3)
en voor het dunste buisdeel
¼·π·0,404²·v3begin+N3·0,1125×3=¼·π·0,404²·v3eind (4)
Dit zijn vier vergelijkingen met zeven onbekenden N1, N2, N3 en v1begin, v2begin, v3begin en v3eind. Hiervoor vind ik geen unieke oplossing.
Als de waarde van de vier stroomsnelheden bekend is, kunnen we N1, N2 en N3 en vervolgens de lengten van de drie buisdelen berekenen.
Groet, Jaap
Peter Markert
op
08 juni 2023 om 16:54
Hallo Theo en Jaap,
Allereerst fijn dat jullie meedenken. Kennelijk was mijn omschrijving van het systeem niet helemaal duidelijk/volledig genoeg.
In de bijlage een schematische tekening. Ik heb echter sterk het gevoel, dat de maten en hierin niet helemaal kloppen voor de verschillende maten van de buizen.
Aan de dunste buis zit aan het einde een afdichtingsdop. Aan het begin van de dikste buis een ventilator. Die ventilator blaast lucht in de buis (snelheid/capaciteit onbekend). Deze lucht komt vanuit de buitenwereld naar binnen en de flens van het ventilator huis zit luchtdicht gemonteerd op de wand. Alle openingen (2 per 2 meter) moeten een continue snelheid van 3m/s hebben.
Ik begrijp de opmerkingen over massabehoud. Ik denk echter, dat om de uitstroom snelheid altijd 3m/s te hebben, de dunne buis langer moet zijn, dan de dikke buis. Ik hoop, dat ik hierin geen denkfout maak.
Allereerst fijn dat jullie meedenken. Kennelijk was mijn omschrijving van het systeem niet helemaal duidelijk/volledig genoeg.
In de bijlage een schematische tekening. Ik heb echter sterk het gevoel, dat de maten en hierin niet helemaal kloppen voor de verschillende maten van de buizen.
Aan de dunste buis zit aan het einde een afdichtingsdop. Aan het begin van de dikste buis een ventilator. Die ventilator blaast lucht in de buis (snelheid/capaciteit onbekend). Deze lucht komt vanuit de buitenwereld naar binnen en de flens van het ventilator huis zit luchtdicht gemonteerd op de wand. Alle openingen (2 per 2 meter) moeten een continue snelheid van 3m/s hebben.
Ik begrijp de opmerkingen over massabehoud. Ik denk echter, dat om de uitstroom snelheid altijd 3m/s te hebben, de dunne buis langer moet zijn, dan de dikke buis. Ik hoop, dat ik hierin geen denkfout maak.
Bijlagen:
Theo de Klerk
op
08 juni 2023 om 17:11
>a. Je lengten van 10,62 m en 7,34 m en 12,04 m zijn samen 30 m.
Peter noemt echter een totale lengte van 32 meter.
Klopt. Staat ook in mijn tekening. Ergens heb ik daar 30 van gemaakt. Nou ja... 32 dus. Alles wat langer. En ja, ik ga ervan uit dat de buis aan het einde dicht is. Aanname, maar niet onredelijk lijkt me als je alles via gaten wilt afstromen. De stroomsnelheid in de buis hoeft geen 3 m/s te zijn realiseerde ik me ook: de uitstroomsnelheid wel.
Er er zitten maximaal 32/2=16 gaten in een rij (x2 met ook de andere rij)
Peter noemt echter een totale lengte van 32 meter.
Klopt. Staat ook in mijn tekening. Ergens heb ik daar 30 van gemaakt. Nou ja... 32 dus. Alles wat langer. En ja, ik ga ervan uit dat de buis aan het einde dicht is. Aanname, maar niet onredelijk lijkt me als je alles via gaten wilt afstromen. De stroomsnelheid in de buis hoeft geen 3 m/s te zijn realiseerde ik me ook: de uitstroomsnelheid wel.
Er er zitten maximaal 32/2=16 gaten in een rij (x2 met ook de andere rij)