dag B,

het hoofdstuk waaruit je een verband moet kiezen wordt aangewezen IN die opdracht.

Elke formule (en die staan er vast ook wel in dat hoofdstuk) is de wiskundige vorm van een verband. 

bijvoorbeeld afstand = snelheid x tijd is zo'n formule. En die geeft bijvoorbeeld het verband tussen afstand en tijd (hoe langer je onderweg bent, hoe verder je komt) . Meten, en je kunt die meetgegevens van je verband in een grafiek tegen elkaar uitzetten. De vorm van die grafiek vertelt je dan meer over de wiskundige vorm van dat verband (lineair, evenredig, omgekeerd evenredig, kwadratisch, exponentieel, enz.) 

In jouw geval; zal het ook wel gaan om iets ingewikkeldere verbanden. Je gaat volgens de opdracht  coördinatentransformatie moeten toepassen zodat je uiteindelijk ook de juiste wiskundige vorm van je verband vindt, of de waarden van constanten uit je verband kunt afleiden uit richtingscoëfficiënt , en dergelijke.

Dus zoek een formule, benoem in woorden een verband, en ga dat onderzoeken. Je opdracht geeft heel veel stapsgewijze informatie voor de gewenste aanpak. 

Groet, Jan