eindtemperatuur ijs in water

bilal stelde deze vraag op 07 november 2022 om 15:29.

 In 300 cm3 water van 14,0 C werpt men een blokje ijs van 2,5 cm ribbe met een
temperatuur van 0 C. Hoeveel graden zal het water hierdoor afkoelen in de onderstelling
dat er geen warmteverlies is aan de omgeving? ρijs = 0,90 g/cm3 
Ik voor dit vraag het eindtemperatuur berekenen maar mijn uitkomst is fout, weet iemand wat ik verkeerd heb gedaan. in de boek komen ze aan 9.79 °C dus het water koelt af met -4.21°C .(zie bijlage)



Reacties

Jan van de Velde op 07 november 2022 om 16:58
dag Bilal,

dat ijsklontje warmt niet op of koelt niet af, dat ijsklontje smelt. 
na smelten warmt het smeltwater op naar eindtemperatuur: 

afkoelen water + smelten ijs + opwarmen smeltwater = 0. 
maar jij rekent hierboven met:
afkoelen water + smelten ijs + opwarmen ijs = 0

groet, Jan
bilal op 07 november 2022 om 17:19
is dit dan wat het eigenlijk moet zijn:
0.3*4190*(te-14)+0.01406*2100*(te-0)+0.314*4190*(te-14)=14
Jan van de Velde op 07 november 2022 om 18:04

bilal

is dit dan wat het eigenlijk moet zijn:
0.3*4190*(te-14)+0.01406*2100*(te-0)+0.314*4190*(te-14)=14

 nee:
2100*(te-0) : er is geen ijs dat afkoelt of opwarmt: Het smelt slechts, bij een onveranderlijke 0ºC.
Dus die 2100 J/kgK  doet hier niks en begin- en eindtemperaturen ook  niet.
Dus daar hoort 14 gram ijs x de soortelijke smeltwarmte van ijs. 

0.314  : je hebt gewoon 14 gram water van dat gesmolten ijs, niet 314 g. Die 300 g staat al in de eerst term, die gaat afkoelen van 14 naar de nieuwe temperatuur

4190*(te-14) :  en die 14 gram (smelt)water warmt op van 0 naar de eindtemperatuur) 

=14  : da's hopelijk een verschrijving: som van alle warmtestromen is 0 ....

selecteer de regel hieronder zodra je je aanpassingen hebt gedaan, daar staat nu verborgen wat het wèl hoort te zijn :
0.3*4190*(te-14) + 0.01406*334000 + 0.014*4190*(te-0)=0

Groet, Jan

bilal op 07 november 2022 om 18:16
Hartelijk bedankt, die = 14 was inderdaad een typfoutje.


mvg
Bilal

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft eenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)