rotatie en impulsmoment/impuls

Bob stelde deze vraag op 20 augustus 2022 om 21:02.

 OPGAVE: Er is een kubus gegeven met zijde 4a en massa M die homogeen verdeeld is en massief is en die staat stil in het begin. Daar wordt een kogel met massa m (<<M dus mag je verwaarlozen stond ook in de opgave) ingeschoten met een horizontale snelheid v0 en die blijft er ook inzitten (die wordt op een afstand 4a/3 van het bovenvlak in het linkerzijvlak geschoten). Bepaal v0 minimaal zodat de kubus om zou vallen rond de onderste zijde van het rechter zijvlak


Ik bekom al dat de kracht nodig is voor de kubus te laten roten gelijk is aan : M x g x 3/4 
Maar ik begrijp niet hoe ik dit omzet naar een formule waar ik de snelheid uit kan halen. Impuls heeft toch als eenheid geen N.

Alvast bedankt voor jullie tijd!

Reacties

Theo de Klerk op 20 augustus 2022 om 21:34
>massa m (<<M dus mag je verwaarlozen stond ook in de opgave
Vreemde opgave. En dan heb je gelijk dat impuls geen N (kg m s-2) maar Ns (kg m s-1)  als eenheid heeft.
Als m verwaarloosbaar is (zeg maar 0 kg) dan is de impulsoverdracht bij inslag ook nul (Δp = mΔv = 0 Δv). De massa is dus zeker niet verwaarloosbaar want dan zal het blok nooit kantelen. Het is wel te verwaarlozen als extra massa die aan het blok wordt toegevoegd. Die extra massa geeft nauwelijks een verandering in de voorwaarden om te kantelen. Belangrijk is dus de impulsoverdracht door de kogel. En voor die overdracht is zijn massa wel degelijk van belang.

Die impulsoverdracht geeft de impact kracht,  F = Δp/Δt = m Δv/Δt en Δv = v0 - 0 = v0

Die impactkracht kun je berekenen via de momentenwet voor enerzijds de kogel impact kracht met "arm" a, anderzijds het blok met massa M (plus een verwaarloosbare kogelmassa)  met arm 2a

Maar die impactkracht F = mkogel v0/Δt
Hoe snel wordt die kogel gestopt in het blok? Die bepaalt Δt en daarmee de krachtgrootte van de inslag van de kogel. Het maakt nogal uit of het blok gemaakt is van lood of van purschuim (het blok zal dan veel groter zijn).
Dus... wat is Δt ?
Bob op 20 augustus 2022 om 22:00
Enorm bedankt voor de snelle reactie! Ik had ook al gedacht dat er nog een tijd nodig zou zijn om zo de juiste eenheid te bekomen. Dit was echter niet gegeven in de opgave. 
Jaap op 20 augustus 2022 om 23:14
Dag Bob,
Omdat de kubus gaat draaien, werken we met impulsmoment en rotatie-energie.
• Stap 1: gebruik het behoud van impulsmoment om de ribbe rechts onder.
Het impulsmoment van de kogel voordat hij inslaat, is Lkogel=m·r·v0=m·(8·a/3)·v0
Het impulsmoment van de kubus is op dat moment nul.
Het impulsmoment van kogel plus kubus juist na de inslag is, onder verwaarlozing van de massa van de kogel, L=Ikubus·ω met Ikubus is het traagheidsmoment van de kubus voor rotatie om de ribbe rechts onder en ω is de hoeksnelheid van het geheel. We kunnen Ikubus uitdrukken in M en a.
Gelijkstellen van het totale impulsmoment voor en na de inslag geeft Lkogel=Ikubus·ω
• Stap 2: gebruik behoud van mechanische energie om v0 te berekenen.
Juist nadat de kogel is ingeslagen, is er alleen de rotatie-energie van de kubus, waarbij we opnieuw de massa van de kogel verwaarlozen.
Erot=½·Ikubus·ω²=½·(Ikubus·ω)²/Ikubus=½·Lkogel²/Ikubus.
Dit is een uitdrukking met m, M en de gevraagde v0.
De kubus draait totdat het zwaartepunt verticaal boven de ribbe rechts onder komt.
Op dat moment is er geen rotatie-energie meer, alleen extra zwaarte-energie doordat de massa van de kubus Δh=2·[√(2)-1]·a aan hoogte wint.
De toename van de zwaarte-energie is ΔEz=M·g·Δh=2·[√(2)-1]·M·g·a
Gelijkstellen van de aanvankelijke Erot aan ΔEz geeft v0, uitgedrukt in m, M, g en a.
• Aangaande de reactie van Theo…
De tekening lijkt niet geheel juist. De kogel wordt 'op een afstand 4a/3 van het bovenvlak' in de kubus geschoten. Dat is niet d2=a vanaf het ondervlak.
De kantelvoorwaarde in termen van momenten zegt iets over het begin van de draaiing. Daarmee kunnen we niet de minimale snelheid van de kogel berekenen 'zodat de kubus om zou vallen rond de onderste zijde van het rechter zijvlak', ook niet als Δt van de inslag bekend zou zijn.
Groet, Jaap

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft drieëntwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)