Het bouwen van een veilige kabelbaan
Rowan stelde deze vraag op 28 juli 2022 om 22:35.Hoi hoi!
Als dit niet de juiste plek is hiervoor, excuses. Ik heb alleen wat hulp nodig voor een praktijk probleem.
Ik ben zelf leiding bij een Scoutinggroep. Nu maken wij ieder jaar een kabelbaan, deze maken we vast aan een boom met hijsbanden. Vervolgens spannen we hem aan met katrollen.
Nu gaat dat altijd hartstikke goed, alleen niemand bij ons denkt na over of het touw niet eens een keer gaat knappen. Want we zetten er wel echt een hoop spanning op. Het touw is natuurlijk gemaakt voor een bepaalde spanning.
Nu is mijn vraag. Hoe maken we een berekening om te zien hoeveel spanning er op het touw gaat staan? En dan ook nog met 2 situaties, wanneer er niemand vanaf gaat en wanneer er wél iemand vanaf gaat. Dan vergroot je namelijk vanzelfsprekend de spanning en dat ligt natuurlijk ook aan het gewicht van die persoon.
Als we die spanning/spanningspieken weten dan kunnen we daar rekening mee houden met het materiaal, en zeker ervan zijn dat alles de spanning/krachten aan kan.
Iemand die mij kan helpen?
Reacties
De tekening hieronder verduidelijkt dat waarbij het gewicht in het midden hangt (als symmetrische situatie). Bij een slap hangend touw is gewicht G naar beneden gericht en de spanning in beide touwdelen (roodgekleurde krachten) levert eenzelfde kracht G omhoog. Maar omdat de spanning niet omhoog maar langs de touwen gericht is, kun je die kracht "ontbinden" zodat je bij een kracht G omhoog schuine krachten langs het touw hebt.

Bij een slap touw (onderaan) zie je dat beide spanningskrachten F1 langs het touw beperkt groot zijn maar allengs groter worden als het touw strakker gespannen staat (F2 bovenste situatie). Helemaal horizontaal getrokken zal in praktijk niet kunnen: dan is een oneindig grote spanning nodig.
Als het touw een hoek α maakt met de horizontaal dan is de spanning in het touw ( F1 of F2 ) gelijk aan het halve gewicht gedeeld door sin α (uit te rekenen op rekenmachine of in tabellenboekje op te zoeken). Horizontaal touw heeft α = 0º . Met sin 0º = 0 geeft dit F1 = 0,5 G/0 = oneindig groot.
Vertikaal (muren naast elkaar) is α = 90º met sin 90º = 1 geeft dit F1 = 0,5G/1 = 0,5 G
Voor situaties waarbij het gewicht aan een kant hangt en dan al glijdend naar de andere kant beweegt, verandert de spanning voortdurend en hangt van beide hoeken α en β (en dus van de lengte van het touw. De spanning F1 en F2 in elk deel van het touw is dan ook anders. Hoe groter de factor tussen touwlengte en muur-afstand hoe "slapper" het touw en groter de hoeken waardoor de spanningskrachten in beide stukken touw minder zijn.

Bekende situatie, de scoutingclub waarvan ik penningmeester ben heeft dit ook. Kinders vinden het geweldig :) Aan die van ons heb ik nog nooit gerekend. Gewoon blindelings er van uitgaand dat het gekochte materiaal "fit for purpose" is. Ga ik toch eens navragen...
Niet te berekenen is hoeveel voorspanning je erop zet, dat zal gemeten moeten worden, of geschat via een beschrijving van de wijze waarop je voorspant. Je doet dat met katrollen zeg je: hoe ziet dat takelsysteem er precies uit (schets met correcte aanduiding van de kabels tussen de blokken) , en met hoeveel kracht wordt daaraan getrokken?
En daarna is er een schets nodig: lengte van de baan, hoogte ophangpunten start en finish, en hoever het touw doorhangt bij een zeker gewicht roetsjer. Dat laatste zal dus ook weer gemeten moeten worden. Foto's van loodrecht op de baan, van afstand groot genoeg om vervorming door perspectief te mogen verwaarlozen.
En dan moeten er wel nette schattingen te maken zijn.
Groet, Jan
En een rekenmachientje https://www.ziplinestop.com/pages/zip-line-calculator voor hellingen. Amerikaans, dus alles moet naar feet worden omgerekend (1 m = 3,3 feet = 3,3' )
Naast een grappig filmpje op https://www.youtube.com/watch?v=kOpAPPIjhYM&ab_channel=LeoHolton
en wat mechanica berekeningen van Purdue University op https://www.youtube.com/watch?v=8LVZ5O_noLQ&ab_channel=purdueMET