Hoi, ik had een vraag over de oppervlakte van een draad. Ik dacht dat dat altijd pi x r^2 was, maar nu ben ik een oefening aan het maken en ze gebruiken daar 4 pi x r^2. Ik dacht dat de altijd werd gebruikt bij een doorsnede en de tweede alleen bij een bol. Zou iemand het verschil kunnen uitleggen wanneer je wat gebruikt? Alvast bedankt!
Reacties
Jaap
op
02 juli 2022 om 20:27
Dag :), • In het correctievoorschrift van deze examenopgave zie ik geen 4·π·r². De formule A=4·π·r² geeft het oppervlak van een bol. Dat is hier niet aan de orde. Je gebruikt A=4·π·r² bij voorbeeld voor het oppervlak van de zon. • In het correctievoorschrift staat wel A=¼·π·d² met d is de diameter van de draad. A=¼·π·d² is hetzelfde als jouw A=π·r² voor het oppervlak van de dwarsdoorsnede van de draad (niet het oppervlak van de cilindermantel van de draad). d=2·r A=¼·π·d² ligt in deze opgave wat meer voor de hand dan A=π·r² omdat de diameters van de draden gegeven zijn, niet de straal r. Je kunt ook A=π·r² gebruiken. Is het zo duidelijk? Groet, Jaap
Theo de Klerk
op
02 juli 2022 om 20:27
2πr is de omtrek van een cirkel met straal r πr2 is het oppervlak van een cirkel met straal r
4πr2 is het oppervlak van een bol met straal r 4/3 π r3 id de inhoud van de bol met straal r
Je kunt dit ook allemaal nazoeken in de korte bruine wiskunde sectie in BiNaS die volgt op de blauwe natuurkunde sectie.