Hoi! Ik heb een oefenopdracht: je hebt 2 lampjes in parallelschakeling, spanning laag en weerstanden dus gelijk.
Nu wordt één lampje weggehaald. Dan gaat alle I door het overgebleven lampje: die I wordt dus hoger. U blijft gelijk- dan wordt R toch lager? Maar in de antwoorden staat R hoger (want 1/Rtot = 1/R1 ....) maar dat snap ik niet...
Reacties
Theo de Klerk
op
25 mei 2022 om 10:26
Nee. 2 lampjes parallel kun je (vanuit de stroom/batterij gezien) vervangen denken door een vervangingsweerstand. Die zal kleiner zijn dan elk van de weerstanden apart. Da's ook logisch. Zie het als autosnelweg. Parallel betekent ineens 2 wegen ipv 1. Daarover kunnen meer auto's rijden, dwz de "wegweerstand" is minder. Als je 1 lampje weghaalt (of 1 weg afsluit) dan is er helemaal niks meer parallel: dan is het een serieschakeling van 1 lampje geworden. Die weerstand is groter (je kunt minder auto's per seconde door zo'n weg persen) een dus neemt de stroomsterkte af.
Zelfs als je het als parallel wil blijven zien, dan veroorzaakt is de weggehaalde lamp (en daardoor onderbroken stroombaan) ineens een onoverkomelijke hindernisomdat die kring onbegaanbaar is geworden (oneindig hoge weerstand) zodat 1/R = 1/R1 + 1/∞ = 1/R1 ofwel R = R1 - hetzelfde resultaat als serieel.
Het zou ook wel gek zijn als je eerst 5 lampjes parallel zet en ze dan een voor een weghaalt te denken dat de overgebleven lamp een andere weerstand gekregen heeft. Alsof bij 5 Mercedessen naast elkaar op een parkeerterrein de laatste in een Fiat verandert omdat de andere 4 wegrijden...
Jaap
op
25 mei 2022 om 10:27
Dag Mare, Je schrijft: 'Nu wordt één lampje weggehaald. Dan gaat alle I door het overgebleven lampje: die I wordt dus hoger.' Nee, de stroom door de overgebleven lamp wordt niet hoger. Want de overgebleven lamp is nog steeds aangesloten op dezelfde spanning als eerst. En de lamp heeft nog steeds dezelfde weerstand als eerst. Voor de overgebleven lamp geldt: I=U/R=hetzelfde/hetzelfde
In de parallelschakeling kan de stroom langs twee wegen rondgaan: door de ene en door de andere lamp. Stroom langs twee wegen gaat gemakkelijk. Dus er is een kleine totale weerstand voor de stroom uit de batterij. Je haalt de ene lamp weg. De stroom uit de batterij kan nu alleen nog door de andere lamp. Dat gaat moeilijker dan eerst. Dus er is een grotere totale weerstand voor de stroom uit de batterij. Duidelijk zo? Groet, Jaap
Gert Kiers
op
25 mei 2022 om 10:50
Bedenk dat in dit soort opgaven de stroom zich aanpast aan de situatie. De spanning is de "aandrijvende" kracht voor de stroom. Die blijft in dit soort situaties gelijk. Hoe groot de stroom is hangt af van de weerstand die deze ondervindt. Dus als de weerstand verandert (niet van dat ene lampje maar door verwijdering van lampjes of onderbreken van draden), zal de stroom ook anders worden.