Veronique
stelde deze vraag op
18 mei 2022 om 22:36.
Hey, laatst op school hadden we de wet van Boyle behandeld en aangetoond met p/1, maar waarom deden we dat alweer met die formule. Kom er even niet uit, kan iemand me overweg helpen?
Reacties
Jaap
op
18 mei 2022 om 22:41
Dag Veronique, Kun je een foto van de aantekeningen uit je schrift plaatsen, zodat we zien hoe de wet van Boyle is behandeld? Metingen in een experiment of…? Wat bedoel je met p/1 of p/L? Groet, Jaap
Veronique
op
18 mei 2022 om 22:55
Hierbij de twee experimenten we hebben gedaan: eentje met een fietspomp en eentje met een buis (zie foto's) is dit beetje verhelderend
Theo de Klerk
op
18 mei 2022 om 23:16
l is dus L (lengte). Een zuiger die weggeduwd wordt door de druk of door induwen juist de druk verhoogt.
De wet van Boyle zegt dat pV = constant, dwz als je bij een bepaald afgesloten gas een druk p en een volume V meet, dan is het product constant voor ook andere combinaties van p en V (bij de cilinder die jullie gebruiken is de zuigeroppervlakte constant, dus V is evenredig met de lengte van de cilinder). Dus kun je zeggen dat in plaats van pV = p(A.L) met A=zuigeroppervlak, ook p.L = constant is. Als je dan de zuiger induwt zodat L korter wordt, dan wordt de druk p groter: dat moet de manometer aantonen. Een lengte 2x kleiner maken moet een 2x grotere druk geven zodat p.L dezelfde waarde geeft.
De achtergrond van de wet is dat alle luchtdeeltjes in een cilinder constant tegen de wanden botsen en daarmee een druk opbouwen. Als je de cilinder kleiner maakt maar hetzelfde aantal deeltjes hebt, dan gaan meer deeltjes op elke cm2 van de cilinder botsen. Volume halveren geeft 2x zoveel deeltjes die op een cm2 botsen: de druk wordt 2x groter.
Jaap
op
18 mei 2022 om 23:35
Dag Veronique, Ja, dit is verhelderend. Als voorbeeld: je bovenste tabel. Als je het gasvolume V ongeveer 2 maal zo groot maakt (van 11 naar 25), zie je dat de gasdruk p ongeveer ½ maal zo groot wordt (van 335 naar 155). Dat ruikt naar een omgekeerd evenredig verband: p=constante·(1/V) ofte wel p·V=constant.
Om na te gaan of je metingen voldoen aan zo'n verband, kun je in een diagram de druk verticaal uitzetten tegen het volume V horizontaal. Dat geeft een dalende kromme grafiek waar je niet veel wijzer van wordt. Beter: zet p verticaal uit tegen 1/V horizontaal. In wiskundetermen: p komt overeen met y, en 1/V komt overeen met x zodat p=constante·(1/V) lijkt op y=constante·x. Maak eens zo'n diagram: met de hand, met je grafische rekenmachine of Excel. Dan blijkt dat de zes meetpunten nabij een rechte door de oorsprong liggen. Dit ondersteunt het vermoeden van een omgekeerd evenredig verband volgens p·V=constant. Is dat een antwoord op 'waarom deden we dat alweer met die formule?' Groet, Jaap
Veronique
op
19 mei 2022 om 05:54
Beiden heel erg bedankt!! Vond het al gek maar nu snap ik het helemaal!! Echt bedankt