Krachten op een persoon
Sofia stelde deze vraag op 04 mei 2022 om 17:26. Goedemiddag,
Ik heb een vraag over de verschillende krachten die werken op een stilstaand persoon. In mijn natuurkunde boek staat namelijk een afbeelding en die snap ik niet helemaal.
Ik begrijp dat het gewicht de kracht is die een persoon op de grond uitoefent. De zwaartekracht de aantrekkende kracht van de aarde op de persoon. De normaalkracht is de kracht van de grond op de persoon.
In de afbeelding staan 2 krachten naar beneden gericht en 1 omhoog. De nettokracht zou dan naar beneden gericht moeten zijn, maar de persoon is in stilstand. De nettokracht hoort dus 0N te zijn, maar welke kracht zorgt er voor dat de nettokracht 0N wordt?
Of is er geen andere kracht?
Ik hoop dat mijn verwarring weggenomen kan worden! Ik hoor het graag!
Groetjes,
Sofia (4vwo)
Reacties
Het gewicht is in dit -statische- geval dezelfde als de zwaartekracht, maar dan verplaatst over zijn werklijn.
In een touw staat ook op alle plaatsen dezelfde spankracht, maar dan is die er ook niet magisch ineens duizenden keren.
Groet, Jan
Aarde en persoon trekken aan elkaar. Dat is een "krachtenpaar". (rood gekleurd in tekening hieronder) Gelijk groot, tegengesteld. Niet samen nul omdat de beide krachten op verschillende voorwerpen (persoon en aarde) werken, en alleen krachten die op hetzelfde voorwerp werken mag je optellen tot resulterende kracht.
Het gewicht is de kracht die de persoon op de ondergrond uitoefent. Dat komt doordat hij door de aarde wordt aangetrokken, maar qua kracht is het niet een en dezelfde. De grond oefent een normaalkracht uit en zorgt ervoor dat hij op de grond blijft (en niet versneld er doorheen valt): de beide geel gekleurde krachten.
Op de persoon werken dan twee krachten: een rode en een gele. Even groot maar tegengesteld: resultaat 0 N - de persoon heeft geen versnelling en zijn snelheid (0 m/s) blijft dezelfde.
Zonder grond zou de persoon nog steeds door de aarde worden aangetrokken, maar nu houdt niets hem tegen: hij valt versneld naar het middelpunt van de aarde. Er is dan geen gewicht en ook geen tegenkracht.

Van de twee krachten die OP de persoon werken (rode zwaartekracht en gele normaalkracht) is er maar 1 over (de rode kracht) en de resultante is niet nul: de kracht van de aarde op de persoon. De rode kracht. Versnelling a = F/m
De zwaartekracht werkt OP de persoon.
Het gewicht niet: dat wordt DOOR de persoon OP de grond uitgeoefend. Met als reactie een normaalkracht DOOR de grond OP de persoon.
Om je te verwarren is de tekening in je boek niet compleet. De kracht die de persoon op de aarde uitoefent, wordt niet getekend. In mijn tekening is die er wel: er is een rood gekleurd krachtenpaar.
Het ware beter geweest als de aantrekkingskracht door de aarde ook niet getekend zou zijn. Maar dan is er meteen het vrijwel onuitroeibare misverstand dat aantrekkingskracht = gewicht. En dat is niet waar. De rode kracht naar beneden is NIET de gele kracht naar beneden.
Ze zijn weliswaar even groot en gelijk gericht maar het zijn andere krachten.
Je vraagt: 'De nettokracht hoort dus 0N te zijn, maar welke kracht zorgt er voor dat de nettokracht 0N wordt?'
In de figuur werken slechts twee krachten op de persoon: de zwaartekracht omlaag en de normaalkracht omhoog. De nettokracht op de persoon wordt gevormd door alleen deze twee krachten.
In dit geval zijn de zwaartekracht en de normaalkracht even groot. Ze zijn tegengesteld gericht en ze werken op hetzelfde voorwerp. Daardoor heffen ze elkaar op, zodat de nettokracht 0 N is. Hiervoor is geen andere kracht nodig.
Getekend is ook de gewichtskracht. Zols je schrijft, werkt die niet op de persoon. Daarom doet de gewichtskracht niet mee in de nettokracht op de persoon.
Duidelijk zo?
Groet, Jaap
Bedankt voor jullie reacties! Het is nu helemaal helder voor mij!
Ik had als misverstand dat ik de krachten die niet op 1 voorwerp werken bij elkaar op ging tellen om op een nettokracht uit de komen... Nu weet ik weer dat dat natuurlijk niet mag :)
Nogmaals bedankt!
Hey,
Ik had nog een vraag over dit onderwerp. Misschien handig als ik die ook maar meteen stel.
Ik had van mijn docent een oefenvraag gekregen (zie bijlage), maar ook die snap ik niet helemaal.
Wat ik vooral niet snap is hoe Fn en Fgewicht veranderen. Ik snap wel dat Fz gelijk blijft en dat Fw verandert.
Zou iemand het uit willen leggen?
Ik hoor het graag.
Groetjes,
Sofia
De spankracht waarmee het touw aan het boek trekt, werkt deels omhoog en deels naar rechts. De component (=het deel) omhoog plus de normaalkracht zijn de krachten omhoog. Samen zijn ze even groot als de constante zwaartekracht. Als je aan het touw trekt, komt de omhoog-component in de plaats van een gedeelte van de normaalkracht. Zodoende neemt de normaalkracht af.
Als je schuin omhoog aan het touw trekt, drukt het boek minder zwaar op de tafel. Dat betekent: de gewichtskracht van het boek op de tafel neemt af.
Duidelijk zo?
Groet, Jaap
Bedankt voor je snelle antwoord!