De diagrammen geven aan welke thermodynamische grootheid (p druk in Pa, V volume in m³ of T temperatuur in K) tegen elkaar uitstaan. Meestal 2 (platte grafiek), soms alle drie (in een soort 3 dimensionaal heuvellandschap).

De lijnen die erin getekend zijn geven de combinatie temperatuur/druk/volume aan die gelden voor het gas dat onderzocht is.
Een fase diagram is hetzelfde, maar geeft alleen lijnen van (meestal) druk/temperatuur weer waarbij de scheidslijn ligt tussen vast/vloeistof  of vloeistof/gas  of vast/gas: de fase overgangen. Op de lijn zijn de combinaties waarbij voor een stof beide fasen voorkomen in evenwicht. In de vlakken/gebieden van combinaties p,T en/of V tussen de lijnen is de stof vast, vloeibaar of gasvormig, maar alleen in die vorm. Welke fase het is staat bijna altijd duidelijk aangegeven.
Bij het "triple punt" is een combinatie van p,V,T waarvoor alle drie de fasen kunnen voorkomen.
Het kritische punt is het einde van de vloeistof/gas faselijn waar voorbij geen duidelijk sprake meer is van vloeistof of gas: het is een "superkritische vloeistof" geworden. 

Zie bijv ook https://en.wikipedia.org/wiki/Phase_diagram

Dag Sandjana,
Omdat je specifiek vraagt naar "dampen" en de 'kritische temperatuur'…
Beneden de kritische temperatuur kan een gasvormige stof (ook damp genoemd) door voldoende samenpersen overgaan in vaste stof of (vaker) vloeistof.
Boven de kritische temperatuur is het niet mogelijk een gasvormige stof door samenpersen te laten overgaan in vloeistof of vaste stof; in dit geval spreken we niet van damp maar alleen van gas.
Voorbeeld: water heeft een kritische temperatuur van 647 K. De waterdamp in de lucht (is gasvormig, geen vloeistofdruppeltjes) kan bij kamertemperatuur door samenpersen overgaan in vloeistof. Boven 647 K ontstaat door samenpersen geen vloeistof of vaste stof.
Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Damp
Groet, Jaap

Beste