vervolg: formule voor de slingertijd (T) als functie van Z.
yvonne stelde deze vraag op 12 februari 2006 om 15:48.Reacties
dag jaap, dankjewel voor je reactie!. nog één laatste vraag:
Je schreef dat bij een amplitude van 32 graden de gemeten t 2% groter is dan de t berekend met de formule; bij 69 graden is dit 10%. hoe kan ik de tussenliggende amplitudes berekenen? Ikzelf heb namelijk gebruik gemaakt van een amplitude van 45 graden en van 60 graden!.
Dankjewel!!, groetjes yvonne
Dag Yvonne,
De factor waarmee je de slingertijd T=2*pi*wortel(L/g) moet vermenigvuldigen om de werkelijke, gemeten slingertijd te krijgen, is:
factor=(1/pi)*integraal{wortel(2/(cos(x)-cos(alfa))}dx
De integrand is dus de wortel uit een breuk, met "2" in de teller en "cos(x)-cos(alfa)" in de noemer. Hierin is alfa de amplitudo, bij voorbeeld jouw 45 of 60 graden.
De integraal kan niet worden berekend in termen van "gewone" functies zoals cos, e-macht enzovoort. Voor niet al te grote alfa kun je de waarde van de integraal numeriek benaderen, bij voorbeeld met een grafische rekenmachine.
Als je de TI-83 of TI-84 van Texas Instruments hebt: stel de GR in op radialen; definieer de functie Y1=(1/pi)*wortel{(2/(cos(x)-cos(A))}; sla (=STO) bij voorbeeld de waarde 69/180*pi op in geheugen A (69 graden omgerekend in rad);voer de numerieke integratie uit met fnInt(Y1,x,0,A). Deze fnInt vind je in de CATALOG; 0 is nul, niet de letter O.
Controleer of je met alfa=69 graden (69/180*pi STO A) vindt factor=1,099. Dat wil zeggen: de verwachte gemeten periode is 9,9% langer dan T=2*pi*wortel(L/g).
Er is nog een andere manier (sneller, nauwkeuriger) als je vertrouwd bent met het maken van (kleine) programma's op je GR.