Dag Karolien,

Inderdaad hebben de resulterende kracht Fres en de versnelling a dezelfde richting. Misschien ligt de oplossing van het raadsel in de in het citaat genoemde spankracht. Deze versta ik als de maximale spankracht die het touw op u kan uitoefenen zonder te breken. Op u werken alleen de zwaartekracht Fz (omlaag) en de spankracht Fspan van het touw (omhoog). Te zamen zijn zij Fres=m*a. Zelfs als het touw de maximale spankracht op u uitoefent die het kan leveren zonder te breken, is Fspan kleiner dan Fz. (Dat maak ik als een gegeven op uit het citaat.) Doordat Fspan omhoog kleiner is dan Fz omlaag, is er een Fres omlaag. Als gevolg daarvan is er ook een neerwaartse versnelling, zoals u terecht opmerkt. Als u het touw door de handen laat slippen, is uw neerwaartse versnelling natuurlijk groter.

Hoe is in te zien dat dit inderdaad samengaat met een kleinere spankracht van het touw op u? Laten slippen wil zeggen dat u een geringere neerwaartse wrijvingskracht ("actie") op het touw uitoefent. Volgens de derde wet van Newton is dan ook de "reactie" kleiner. Deze reactie is de spankracht van het touw op u. En de kleinere spankracht omhoog leidt, te zamen met de constante Fz omlaag, tot een grotere versnelling omlaag. In het geval van een grotere versnelling omlaag vraagt/stelt u: "Dus zou je toch juist een extra kracht naar beneden uitoefenen?". Dat lijkt mij niet. Uw versnelling omlaag is het gevolg van de resulterende kracht op u, niet het gevolg van uw kracht op het touw. Ter voorkóming van verwarring én kwetsuren bij de afdaling is het raadzaam u steeds af te vragen: "wie oefent waarop welke kracht uit en in welke richting?".

Hey,Héél erg bedankt!! Ik vind het nog steeds een beetje moeilijk voor te stellen, maar het is mij toch allemaal héél wat duidelijker geworden!Groetjes!