Merel
P=F*v en P=W(/E)/t. haal ik vaak door elkaar,
dag Merel,
Hebben je docenten er bij jullie niet goed genoeg in geramd dat je éérst eens dat wat gegeven en gevraagd wordt op een rijtje moet zetten?
voorbeeld:
een trein heeft een snelheid van 108 km/h, en daarbij levert de motor een kracht van 250 kN. Bereken het motorvermogen van de trein.
v=108 km/h = 30 m/s
F= 250 kN = 250 000 N
P = ??
Zo staan de grootheden van een mogelijke formule netjes overzichtelijk onder elkaar, en dat vergemakkelijkt de zoektocht naar een passende formule. Een P moet er sowieso in zitten, en het zou handig zijn als er ook nog een F en een v in zaten...
Met P=E/t ** of em P=U·I komen we hier geen stap verder, want we hebben geen energie, tijd, spanning of stroomsterkte.
Groet, Jan
** via P=E/t is er overigens wel een weg, als we eerst een tijd aannemen waardoor we een afstand krijgen (s=v·t), die dan via W=F·s naar een arbeid(=energie) omrekenen, en die energie weer delen door de aangenomen tijd, wat dan het vermogen geeft. Via een omweg pas je dan toch eigenlijk P=F·v toe. Deze weg is trouwens ook de oorsprong van de afgeleide formule P=F·v