julia
stelde deze vraag op
13 oktober 2021 om 13:14.
Hoi!
wij vroegen ons af hoe we kunnen weten welke grafiek op basis van de formule T=2π √m/C verwacht mag worden?
groetjes Julia en Julia
Reacties
Theo de Klerk
op
13 oktober 2021 om 13:34
Wat wil je uitzetten? Algemeen geldt voor een formule van type y = mx (en dat is jullie T = 2π√(m/C) ) dat je y tegen x uitzet. Hier is x de √(m/C) en y de T. Wortels zijn altijd wat vervelend in grafieken, dus als je alles kwadrateert krijg je T2 = 4π2 m/C en wordt y de T2 en x de m/C Die twee kun je makkelijk tegen elkaar uitzetten. De helling van de grafiek is dan 4π2
Aangezien C bij dezelfde veer een constante zal zijn, kun je ook tegen elkaar uitzetten y (=T2) tegen x (=m). Dan zet je als grafiek feitelijk uit T2 = 4π2/C m waarbij de helling van de grafiek dan 4π2/C is. En daaruit laat C zich weer makkelijk bepalen.
Jan van de Velde
op
13 oktober 2021 om 15:23
dag Julia's,
jullie vraag lijkt bedoeld als : welke (vorm) grafiek mogen we verwachten bij het verband y=√x .
als dat de bedoeling is dan beschrijf je hoe die grafiek verloopt - waar die begint - of die omhoog of omlaag gaat - recht of krom - en indien krom, of dat dan steeds steiler gaat, of steeds vlakker