krachten bij botsing berekenen

Nadia stelde deze vraag op 27 september 2021 om 11:57.

 Hallo, kan iemand mij helpen met dit vraagstuk.

Je hebt een massa van 65 kg en je rijdt met een snelheid van 60 km/h met je auto. De massa van de auto bedraagt 900 kg. Plots bots je en de auto staat op 0,10 s stil.

Bereken de kracht die de auto en de bestuurder ondervinden bij het remmen.

Hoe groot zijn die twee krachten indien de botstijd met 0,30 s toeneemt

Alvast bedankt.

Reacties

Theo de Klerk op 27 september 2021 om 12:23
Wat heb je zelf al bedacht? Want we zijn geen digitale antwoordmachine.

Snelheidsverandering betekent versnelling (of vertraging). Versnelling van een massa betekent dat een kracht werkt. Hoe groot die kracht is hangt af van hoe snel je versnelt/vertraagt:
F = m a = m Δv/Δt   ook wel geschreven als "stoot":   F Δt = m Δv 

Bedenk eens hoe dat op je situatie van toepassing kan zijn (die lijkt te hinten op een botsing met "veiligheidsmaatregelen" als gordels, helmen e.d.)

Kom maar met je uitwerking tot zover je geraakt, en een uitleg van waarom je dan daar vastloopt, en dan helpen we je van daaraf verder.
Nadia op 27 september 2021 om 20:03
Hallo,
Sorry ik had ook bij moeten schrijven welke deel ik niet had begrepen. Het is mijn eerste keer daarom. Hieronder zie je hoe ik het eerste deel heb berekend. Ik moet nog het antwoord in beduidende cijfers zetten, maar ik begrijp nog steeds niet hoe. En de tweede begrijp ik niet of we dezelfde formule moeten gebruiken of niet.

Gegevens: m= 965 kg
                   V0 = 60 km/h
                   V1 = 0 m/s
                    t1 = 0,10s

Gevraagd: F?

Oplossing: F = m.a
1)      a = ∆v/∆t à 16,7m/s : 0,10s = 167m/s²
2)      F = m.a
= 965 kg  . 167 m/s²
= -161.155 N

Alvast bedankt
Theo de Klerk op 27 september 2021 om 20:36
>in beduidende cijfers 
Meestal "significante cijfers" genoemd. Met als vuistregels: bij vermenigvuldigen het antwoord in het kleinste aantal cijfers, bij optellen het minste aantal decimalen (en ditto bij delen resp. aftrekken).
Berekening a:  16,7 (3 cijfers) delen op 0,10 (2 cijfers), dan antwoord in 2 cijfers.
Maar eerst doorrekenen tot je eindantwoord, niet tussentijds afronden.
Kracht berekenen: 965 (3 cijfers) , 167 (2 cijfers volgens vorige bepaling), antwoord in 2 cijfers.
Dat betekent 161155  wordt 1,6 . 105 N, of in gebruikelijker eenheden 0,16 MN (maar niet 160 kN want dan zijn er ineens 3 significante cijfers, 1,6 . 102 kN mag wel ).

De situatie verandert qua berekening natuurlijk niet als een of meer grootheden een andere waarde krijgen. Als de tijd ineens toeneemt van 0,10 s naar 0,40 s dan is dit 4 x langer. 
Dat betekent dit anieuw = aoud /4 .  Uit de formule  F = m Δv/Δt = m a   is dan Fnieuw = m aoud/4 = Foud/4  ofwel de kracht is maar een kwart van eerder.
En da's ook wel logisch... als je er 10 seconden over doet ("lang") dan rem je waarschijnlijk gewoon af tot stilstand en neemt de kracht tot 1/100 ste van de abrupte stopkracht af en blijf je gewoon in je stoel zitten, zachtjes tegengehouden door de gordels.
Jan van de Velde op 27 september 2021 om 21:58

Theo de Klerk

>in beduidende cijfers 
Meestal "significante cijfers" genoemd.

 Nadia is ongetwijfeld een Vlaamse, en daar heet dat meestal: "beduidende". 
 En behalve een rekenfout in dat eindantwoord (de komma staat geheel verkeerd) lijkt me niks mis met Nadia's berekening, dus ik vraag me af wat haar probleem was. 

Groet, Jan

Theo de Klerk op 28 september 2021 om 13:16
Da's waar - punt opgeschoven. Reden waarom ik liever een spatie tussen duizendtallen zet of niks. 

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft zesentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)