opdracht 42 systematische natuurkunde deelsysteem tweede wet van Newton
Joost stelde deze vraag op 28 augustus 2021 om 16:43.Toen ik bij C aankwam begon ik te twijfelen over mijn antwoord bij B.
Waarom doe je daar niet bij:
Fres = Fz - Fspan
en ga je daarna rekenen wat de versnelling is bij B aan de hand van je Fres (dus min Fspan) en je massa's
De uitwerkingen deden namelijk:
9,81 x 10^~2 N = a x 0,21 kg
a = .... m/s2
Reacties
Joost
Toen ik bij C aankwam begon ik te twijfelen over mijn antwoord bij B.
Waarom doe je daar niet bij:
Fres = Fz - Fspan
Vertel dan eens hoe jij Fspan zou willen berekenen of bepalen zonder de versnelling van het hele systeem te kennen?
Fz is bekend.
Die drijft het hele systeem aan
de massa van het hele systeem is 210 g.
dus die uitwerking....
9,81 x 10-2 N = a x 0,21 kg
a = .... m/s2
... klopt als een bus. En daarna pas kun je met die versnelling en de 200 g van dat karretje gaan berekenen wat je spankracht zal zijn (want die spankracht versnelt dat karretje)
groet, Jan
De spankracht is daarbij nodig om het karretje met een kracht vooruit te trekken. Maar ook om het vallende blokje terug te trekken (het karretje trekt eraan want is een tage massa die helemaal niet wil bewegen).
Spankracht van touw OP het karretje en de traagheidskracht van karretje OP het touw vormen samen een krachtenpaar in de zin van de 3e Wet van Newton.
De beide krachten werken op ANDERE voorwerpen. En het hangt er helemaal van af wat de resulterende kracht op een voorwerp is. Dat bepaalt of het voorwerp in beweging komt.
De spankrachten VAN het touw werken niet op het touw, maar op de voorwerpen: OP de kar of OP het vallende voorwerp. Of de kar gaat bewegen (of voorwerp valt) hangt af van alle krachten op de kar (of voorwerp). Als de wielen vastgeplakt zitten, zal de lijm OP de kar een kracht tegengesteld aan de spankracht uitoefenen. Twee krachten die OP de kar werken geven een resulterende kracht. Als de lijm houdt, beweegt de kar niet (netto 0 N) als de lijm loslaat dan beweegt de kar wel (resultante spankracht - lijmkracht > 0 N).
Alleen ik zie niet waarom de Fres dan niet gelijk is aan Fz - Fspan op blok II want die 2 krachten werken op het blok dan toch
Bijlagen:
Zwaartekracht op dat hangende blokje is (ik rond af) 0,01 kg x 10 m/s² = 0,1 N
dat versnelt een totale massa van 0,01 +0,2 = 0,21 kg.
versnelling dus a=F/m = 0,1/0,21 = 0,476... m/s²
om dat wagentje op tafel die versnelling te geven is een (span)kracht nodig van F=ma= 0,2 x 0,476... = 0,0952.... N
De resulterende kracht op het hangende blok is dus Fz - Fspan 0,1 - 0,0952... = 0,00476... N
Versnelling van dat blokje dus 0,00476.../0,01 = 0,476 m/s²
Niet toevallig gelijk aan de versnelling van dat blok op tafel, want door dat touw is het één systeem.
In je schets teken je een Fgewicht, horizontaal tegen de beweging in.
Met gewicht heeft dat niks te maken, en behalve die foutieve naam, die kracht is er niet. Je karretje staat op wieltjes, verondersteld wrijvingsloos, Fspan is daardoor direct de resulterende kracht op het karretje en dus gaat dat karretje versnellen. In jouw schets zou de resulterende kracht op het karretje gelijk zijn aan Fspan - F"gewicht" = 0 N en zou er niks gaan bewegen.

Groet, Jan