Dag Jessica,

Stel je hebt twee gelijke, volle batterijen. Je schakelt ze parallel: je verbindt de twee pluspolen met elkaar, en je verbindt de twee minpolen met elkaar. Als je er nu een lamp op aansluit, blijft de lamp langer branden dan wanneer je één zo'n batterij gebruikt. Logisch, want twee batterijen leveren meer energie dan één (en je hebt er twee maal zoveel voor betaald...).

We zeggen: de capaciteit van de twee batterijen samen is groter dan die van één batterij. Zo gaat het ook bij losse, verschillende batterijen. De capaciteit wil zeggen hoe lang een batterij een bepaalde stroomsterkte kan leveren. De ene batterij heeft een grotere capaciteit dan de andere, ook al hebben ze gelijke spanning (in volt). Soms wordt de capaciteit op een batterij vermeld: bij voorbeeld 0,2 Ah. Dat betekent dat de batterij één uur (h=hour) een stroomsterkte van 0,2 ampère (A) kan leveren voordat hij zo'n beetje "leeg" is; of hij levert twee uur een stroomsterkte van 0,1 A enzovoort.