dag Angelique,
om te beginnen, je maakt van de situatie een nette schets, bijvoorbeeld:
dat mag gerust uit de hand en een beetje rommeliger, als de verhoudingen maar ongeveer kloppen.
en de rest is wiskunde.
stap 1: waar vinden we hellingshoek α terug in jouw schets? dat is natuurlijk een kwestie van z-hoeken of hoe heet dat in jullie wiskundeboek...
stap 2: je wil bijvoorbeeld F// berekenen.
maak dan weer een schets van de rechthoekige driehoek met die F// erin (in mijn schets die lila pijl)
stap 3: in die driehoek markeer je ook even wat dan vanuit α gezien overstaande (O) en aanliggende (A) rechthoekszijden zijn, en de schuine (S) zijde is:
zie je nu wèl welke goniometrische vergelijking je moet opstellen om F// te berekenen?
groet, Jan