glijbaan
Ilse stelde deze vraag op 06 april 2021 om 11:30. Hallo allemaal,
ik heb een videometing gedaan waarbij mijn vriendin van een glijbaan af ging. Wat zou hier een passende onderzoeksvraag zijn en hypothese?
Ik dacht misschien aan de gemiddelde snelheid o.i.d?
Maar wat zou een goeie hypothese zijn?
Of als onderzoeksvraag: wat is de tegenwerkende kracht o.i.d
Hopelijk kan iemand me de goede inrichting insturen en dan ook de plan van aanpak helpen?
Met een vriendelijke groet,
Ilse
Reacties
Is dit niet een beetje omgekeerde wereld? Normaal veronderstel je iets en probeer je die veronderstelling te onderbouwen door geschikte proeven die dat bevestigen of ondergraven.
Een filmpje op de plank en dan "wat kan ik er mee?" is in mijn opzicht een rare volgorde.
Ilse
Of als onderzoeksvraag: wat is de tegenwerkende kracht o.i.d
dat zou kunnen.
dan is voor jou nu de vraag: hoe zou je gegevens uit je videometing kunnen halen om dat uiteindelijk vast te stellen?
Begin hier eens een brainstormpje, wij reageren wel
Groet, Jan
Ik heb een a-t diagram gemaakt maar je ziet echt geen duidelijke lijn. Weet iemand hoe ik dit uit COACH 7 kan afleiden?
Ilse
Ik heb een a-t diagram gemaakt maar je ziet echt geen duidelijke lijn. dat is de ellende met "echte" metingen hè.
Die versnelling zal zeker niet constant zijn geweest. Kleine stroevere stukjes op die baan, je vriendin die onderweg een beetje achterover of juist voorover ging leunen, dat heeft allemaal invloed op die versnelling.
Je gaat dus zelf uit zo'n bibberlijn (eigenlijk liefst uit een heel stel van die bibberlijnen samen) een gemiddelde versnellingsgrafiek moeten schatten. Ik weet niet of coach dat zelf kan (trendlijnen??) .
Groet, Jan
Heel erg bedankt voor je antwoord. Ik heb nu misschien een domme vraag.
Ik heb dus een videometing gedaan en ik wil nu een (v,t)-diagram gaan maken.
COACH 7 geeft twee opties: de X-positie vs de Tijd, of de Y-positie vs de Tijd.
Mijn vraag is dus nu, welke van de twee kan ik het best gebruiken voor mijn onderzoeksvraag? Of maak dat niet uit?
Ik hoor graag een antwoord,
Ilse
Ilse
Ik dacht misschien aan de gemiddelde snelheid o.i.d?
Of als onderzoeksvraag: wat is de tegenwerkende kracht o.i.d
dag Ilse,
beide bovenstaande grootheden zijn diagonaal gericht.
als je alleen x- of y componenten van de beweging kunt uitzetten tegen de tijd ga je daar dus nooit direct diagonaal gerichte krachten of snelheden uithalen. Dat ga je dan altijd nog moeten nabewerken. Of dat ook kan binnen coach, geen idee. Ik ken die software niet goed genoeg om je met dat aspect te kunnen helpen.
groet, Jan
Ik heb gekozen voor de Y-positie. Ik heb ook gebruik gemaakt van de zogehete trendlijnen. Echter valt mij 1 ding op bij het v-t diagram. Zowel bij het v-t als a-t diagram krijg ik opeens die pieken en dalen ( rond de 2 seconden) in mijn diagram. Dit is ook tegen het einde aan, wanneer mijn vriendin dus eigenlijk beneden is. Weet u misschien waarom deze pieken er zijn? Of is dat gewoon een meetafwijking?
Ik vond het namelijk wel raar dat bij beide diagrammen en onegeveer op de zelfde tijd dat piek te zien is. Ik zet even het v-t diagram in de bijlage.
Groetjes,
Ilse
Bedankt voor je verklaring. Al begrijp ik niet goed welk stuk u bedoelt.
Ik dacht dat de snelheid juist negatief hoort te zijn want mijn vriendin glijdt naar beneden dus ze heeft een negatieve snelheid?
Ilse
Het stuk waar de snelheid door 0 gaat. Duidelijker kan ik niet zijn. Waar gaat je grafiek door 0 m/s? Ergens aan het eind
Na veel gestoei heb ik eindelijk een v-t diagram van de glijbaan kunnen maken. Hierbij heb ik wel gebruik gemaakt van de zogehete trendlijnen. Zie afbeelding in de bijlage. Mijn vraag is dus nu:
- Hoe kan ik de gemiddelde snelheid aflezen? Mijn vriendin was op ongeveer 2,5 seconden gestopt met glijden. Is Vgem dan: beginsnelheid + eindsnelheid/2? In dat geval dus: 0 - 1.60/ 2 = 0.80 meter per seconde?
Ik hoor graag van u,
Ilse
Als ik deze grafiek zo bekijk was vbegin niet gelijk aan 0, eerder -0.9 m/s . Maar voor de rest is dat de manier om een gemiddelde snelheid uit een rechtlijnige v/t grafiek te bepalen ja.
Alleen, als ik zo eens naar je grafiek van afgelopen donderdag kijk zou ik eerder zeggen dat je vriendin op t = 2 s al op het horizontale uitloopstukje zat dat je onderaan elke glijbaan vindt. Dus waarom een trendlijn vragen tot 2,5 s?
Groet, Jan
De "zandschuif"methode komt in gedachten: het oppervlak van het "teveel" aan snelheid wordt in het "tekort" aan snelheid geschoven in een poging zo een vlakke grafiek te krijgen met v = constant en wel v = vgem Onderstaand wat met deze methode wordt bedoeld. Met een goed "timmermansoog" inschatten of de lichtblauwe vlakken even groot zijn en waar dus het gemiddelde ligt. Dat wisselt maar is natuurkundig meestal een andere waarde dan 2 waarden bijeentellen en door 2 delen.
Ik heb haar gemiddelde snelheid kunnen halen. En @Jan, Coach 7 schat een groter gebied dan hetgeen wat je hebt gemeten. Vandaar 2.5 seconden.
Ik heb daarnaast ook haar versnelling eruit kunnen halen.
Dus nu aangekomen bij de onderzoeksvraag: wat is de tegenwerkende kracht op de glijbaan?
ik ken haar massa en haar versnelling. Ik kan dus nu Fres bepalen.
Ik ken haar massa en de valversnelling. ik kan nu haar zwaartekracht berekenen.
Maar hoe bereken ik de tegenwerkende te kracht? Ik ken maar twee krachten.
Ilse
Ik begrijp het niet. Mijn vriendin heeft een massa van 65 kg en haar Fz is dan ongeveer 650 N.
Voor haar Fres geld m/a. De a was -0.39 meter per seconde.
Dus Fres is dan 65/-0.39 is -167 N.
Ik weet niet hoe in de tegenwerkende kracht kan berekenen... Kan iemand me even in de richting sturen?
Ilse
De eerste meet je, de tweede bereken je, de derde volgt eruit.
Ilse
Effe nadenken!
Maar hoe kan ik in Coach die component krijgen? Of kan ik dat zelf berekenen?
Ilse
Tja... dan moet je in Coach de hoek van de glijbaan programmeren en daaruit de component van de zwaartekracht langs die glijbaan. Op dezelfde manier als je de zwaartekrachtcomponent zou berekenen van een massablok op een helling. Dit zou toch allemaal gesneden koek moeten zijn als je zo'n experiment probeert te modelleren...
Je kent hoogte en lengte van de glijbaan.
Je vriendin heeft daar haar hoogte-energie mgh omgezet in bewegingsenergie onderaan ½mv² , en wrijvingsarbeid onderweg.
Voor een wrijvingsloze beweging maakt de weg naar beneden niet uit, of je valt of op zelfs maar een flauwe helling glijdt, met eenzelfde hoogteverlies haal je dezelfde eindsnelheid (wet van behoud van energie) .
Dus met de wrijvingsarbeid en de lengte van de glijbaan ken je de wijvingskracht.
groet, Jan
heb dus een lijn bij -1.30 meter per seconde getekend, alleen ik dacht dat dit niet zo nauwkeurig was. Maak dit veel uit?
Ilse
dan was de gemiddelde snelheid in het domein dat je lijkt aan te duiden met die zwarte lijnen simpelweg gelijk aan het gemiddelde van -0,90 m/s en -1,65 m/s en dat is dus -1,275 m/s.
En zo niet, wat stellen de getallen op die verticale as dan voor?