Tijdens een elektronenbombardement op een anode onstaan secundaire elektronen. Deze elektronen komen op andere plaatsen op de anode terecht en hebben nog voldoende energie om opnieuw secundaire röntgenstraling op te wekken. Dit wordt ook wel extrafocale straling genoemd. De straling heeft een lagere energie, maar deze is wel voldoende om een storende bijdrage te leverenaan de beeldvorming.
Een röntgenbuis wordt geplaatst in een buisomhulling. Deze omhullling dient ter bescherming van de kwetsbare vacuümbuis. Verder beschermt deze omhulling omgeving bij een mogelijke implosie. De binnenkant van de omhulling is bekleed met lood om de vrijkomende straling tegen te houden. In de omhulling zit 1 opening waardoor de straling komt die nodig is voor een opname. De straling die de omhulling verlaat op plaatsen waar je dat niet wilt noemen we lekstraling. Straling die dus lekt uit de omhulling.