Transformator hoogspanningsleiding

Marjolein stelde deze vraag op 04 april 2021 om 09:29.

Goedemorgen,

Nog een vraag vanaf mij:

 
Ik heb nu dit:

Wil iemand mij helpen?

Groet, 

Marjolein 

Reacties

Theo de Klerk op 04 april 2021 om 09:55
De trafo heeft geen vermogensverlies maar het transport vanaf de centrale naar de trafo toe heeft 1% verlies, maw wat de trafo ontvangt is 99% van wat de centrale stuurt.

Je stroomberekening is een factor 108 te hoog


Bij 3) denk eens aan de transformatorformule  Up/Us = Np/Ns
Marjolein op 04 april 2021 om 12:40
Ik ben tot het volgende gekomen, ga ik de goede richting op? Of ben ik het helemaal fout aan het doen?
Jan van de Velde op 04 april 2021 om 13:00
dag Marjolein

1: ok

2: leesfout. 

als de transformator 150 kW ontvangt, en die 1 % in de hoogspanningsleiding verloren gaat (dat is dus vóór die trafo), moet je hier niet nog eens die 1 % meerekenen
De centrale zal 1% meer leveren dan de trafo ontvangt. En de trafo wordt ideaal verondersteld
Maar voor het eindresultaat maakt dat hier geen groot verschil, enkele tientallen ampères

3: correct

4: misser: er gaat in die hoogspanningsleiding geen 150 000 W verloren, maar slechts 1% daarvan.



We hebben te maken met meerdere spanningen:
  • de spanning over de primaire polen van de trafo (16 500 V)
  • de spanning over de secundaire polen van de trafo (230 V)
  • de spanning over de hoogspanningsleiding (die zelf ook een weerstand is)
  • de spanning die de centrale levert.
en die moet je in je sommetjes ook netjes apart houden natuurlijk.

De laatste moet je berekenen. 


Bij 4 berekende je de weerstand van die leidingen
Bij 1 berekende je de stroomsterkte door die leidingen
En de wet van ohm doet de rest voor de spanning over die leidingen
Tel op bij de ingangsspanning van die trafo (want het zijn feitelijk serieweerstanden) en dat geeft je de spanning die de centrale op het net moet zetten.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft eenendertig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)