Yannick
stelde deze vraag op
14 februari 2021 om 16:54.
Ik begreep deze vraag niet ik had dus de weerstand van de totale kabel berekend en daarna die van 1 losse kabel en dan gekeken hoeveel van die losse moet ik hebben om de goede weerstand te hebben maar waarom is dit fout?
Reacties
Theo de Klerk
op
14 februari 2021 om 17:27
Of je nu 5 draden neemt met een doorsnede van 1 mm2 of 1 dikkere draad met 5 mm2 doorsnede, voor de berekening van de weerstand maakt het niet uit: die is hetzelfde. Alsof je die dikkere draad in 5 slierten snijdt - dat verandert het totale weerstandsgedrag niet.
Maar misschien zie je iets over het hoofd. Als je de weerstand van 1 draadje berekent, bedenk dan dat vele (stel N) draden dan parallel aan elkaar staan en de inverse totale vervangende weerstand gelijk is aan 1/Rtot = 1/R + 1/R + ... = N/R ofwel Rtot = R/N (dus 1/N-de van de weerstand van een enkel draadje). En daarmee zou je dezelfde weerstandswaarde moeten vinden als voor de enkele dikkere draad. Reden om vaak voor gevlochten kabels te kiezen is dat die buigzamer zijn dan een enkele dikke (koper)draad.
Jan van de Velde
op
15 februari 2021 om 10:05
Even voor de volledig(er)heid: een andere reden om die geleiders te vlechten van meerdere dunnere geleiders is het zogenoemde skin effect:
Voor wisselstromen gaat het dus niet op dat de weerstand van een enkele dikke draad even groot is als die van meerdere parallelle dunnere draden samen (met evenveel geleidend materiaal per meter)