Het magneetveld rond een draad
Isa stelde deze vraag op 12 februari 2021 om 16:14. beste,
Ik moet voor natuurkunde een po schrijven over een practicum. In dit practicum moesten wij het magnetisch veld van een draad uitzoeken. Dit moesten wij doen door middel van de hoek van het kompas te meten en de straal naar het draad toe te variëren. Hieruit konden wij de Bd(T) berekenen met de formule Bd = 2,1*10^-5 * tan a. Deze gegevens moesten wij in een excel grafiek zetten. Hierna moesten wij dezelfde gegevens in een grafiek zetten maar dan met 1/straal op de horizontale as. De volgende stap is dan dat we met behulp van de richtingscoëfficiënt van de trendlijn en de gegeven formule ( Bd(r) = μ * I/2πr ) de magnetische permeabiliteit uit te rekenen. Wij begrijpen alleen niet hoe we deze laatste stap moeten uitvoeren.
Mvg,
Isa
Reacties
Mooie proef! We kunnen uw formule schrijven als
met i in plaats van I om te laten zien dat het geen kleine letter L of 1 is.
De formule heeft nu dezelfde vorm als de wiskundevergelijking van een rechte y(x)=a⋅x(+b)
Wat staat op de plaats van de x? Juist, die 1/r op de horizontale as.
Wat staat op de plaats van de y?
Wat staat op de plaats van de richtingscoëfficiënt (rico, steilheid, hellinggetal)?
De grafiek tekenen is uw probleem niet, en daaruit kunt u wel de rico bepalen.
Hoe vindt u vervolgens de magnetische permeabiliteit μ?
Wat is er aan de hand als uw grafiek niet braaf door de oorsprong gaat?
Plaats hier eventueel uw gemeten waarden en diagram voor commentaar.
Als foto (landschapsikoon) of bijlage.
Dit zijn de metingen en de grafieken die ik nu heb.

Mooi, en hoe nu verder?
Welke waarde van μ volgt hieruit?
Hoe groot was de stroomsterkte I in de draad?
Was die even groot bij alle metingen?
De waarden van µ zijn:
5,28E-07
6,03E-07
4,83E-07
4,71E-07
4,35E-07
3,52E-07
De stroomsterkte was 5 Ampère. Deze was bij alle metingen hetzelfde.
Als u werkt met de richtingscoëfficiënt van de trendlijn, is het niet de bedoeling om voor elke meting apart μ te bepalen (en eventueel het gemiddelde te berekenen).
De rechte die het best aansluit bij de meetpunten, gaat tussen de meeste meetpunten door en stelt het beste verband tussen Br en 1/r voor. Probeert u daarom μ te bepalen aan de hand van de richtingscoëfficiënt van de trendlijn.
De richtingscoëfficiënt van de trendlijn vindt u niet met de Excel-aanpassing aan een machtsfunctie y=1E-07x^1,4475 zoals getoond in uw onderste diagram. Laat u Excel de beste rechte berekenen bij deze meetpunten en ga verder met de richtingscoëfficiënt van die trendlijn.
Dag Isa,
Voorstel: toch eerst maar eens de richtingscoëfficiënt van de trendlijn bepalen.
En mijn eerdere vragen in de herhaling:
Wat staat op de plaats van de y?
Wat staat op de plaats van de richtingscoëfficiënt (rico, steilheid, hellinggetal)?
Hoe vindt u vervolgens de magnetische permeabiliteit μ?
Als ik een lineaire trendlijn maak kom ik uit op een rico van 5*10^-7.
Op de plaats van y staan de berekende waardes van Bd.
De laatste vraag over hoe ik vervolgens de magnetische permeabiliteit bereken is ook mijn vraag. Ik snap niet hoe ik dat moet doen. En hoe ik de rico daarbij moet gebruiken.
De eerder herschreven formule Bd(r)=(μ⋅i)/(2⋅π)⋅(1/r) heeft dezelfde vorm
als de wiskundevergelijking van een rechte y=a⋅x of y=a⋅x+b.
In y=a⋅x is a de richtingscoëfficiënt,
Die heeft u bepaald: 5⋅10–7 of beter a=5,29⋅10–7.
Welk deel is de richtingscoëfficiënt in de Bd(r)-formule?
De waarde van dat deel kent u, namelijk a=5,29⋅10–7.
Daarmee kunt u μ berekenen: de helft van de literatuurwaarde.
Daarvan hoeft u niet wakker te liggen.
Helaas gaat de trendlijn niet door de oorsprong,
hoewel we dat zouden verwachten met Bd(r)=(μ⋅i)/(2⋅π)⋅(1/r)
Dit wijst op een 'systematische fout': iets wat uw metingen heeft verstoord.
Terugdenkend aan de uitvoering van de metingen: wat kan dat geweest zijn?
Ik heb voor natuurkunde dezelfde proef uit moeten voeren. Wat was jouw onderzoeksvraag?
Awin
Ik heb voor natuurkunde dezelfde proef uit moeten voeren. Wat was jouw onderzoeksvraag? dag Awin,
die onderzoeksvraag moet je meegekregen hebben met de opdracht: anders heb je namelijk geen idee wat je moet gaan doen. In Isa's startpost helemaal bovenaan lees ik er twee in de gauwigheid:
Isa
..//.. In dit practicum moesten wij het magnetisch veld van een draad uitzoeken. ..//..
(die klinkt nog een beetje vaag)
..//.. De volgende stap is dan dat we ..//.. de magnetische permeabiliteit uitrekenen. ..//..
(die is klip en klaar)
Maar aangezien jij ongetwijfeld jouw letterlijke opdracht voor je neus hebt liggen is het beter daar eens goed naar te kijken.
Groet, Jan
discussie over dit onderwerp:
https://www.nvon.nl/forum/38/topic/1341
Bij deze proef moet ik zelf een onderzoeksvraag bedenken, maar ik kom er niet helemaal uit. Wij hebben bij de proef ook niet speciefiek de opdracht gekregen om de magnetische permeabiliteit te berekenen. Zou de vraag 'Wat is de magnetische permeabiliteit in een magnetisch veld?' een geschikte vraag kunnen zijn?
Ik heb de hele opdracht nog even in de bijlage gezet.
Mvg, Awin
Bijlagen:
Ik zie in het opdrachtvel ook geen aansporing een onderzoeksvraag te stellen. Alleen te meten, gegevens te gebruiken en een conclusie eraan te verbinden.
https://www.natuurkunde.nl/vraagbaak/64275
Ik moet ook dezelfde proef uitvoeren als Awin voor natuurkunde, maar ik weet niet echt hoe ik zelf de magnetische permeabiliteit moet berekenen met behulp van de richtingscoëfficient van de trendlijn.
Ik heb mijn grafieken in de bijlage gezet.
Dat deed je in de 2e grafiek, dus... appeltje eitje even uitrekenen.
Ik heb het net uitgerekend en het is gelukt.
Bedankt voor uw uitleg.
ik moest ook deze proef uitvoeren voor natuurkunde. Ik snap allles denk ik maar mijn enige vraag verder is waarom de lijn van die grafiek door de oorsprong moet? Wat is de reden dat dit nodig is?
Ik heb dit bovenstaande practicum ook gedaan. Nu moet ik ook de uitkomsten verwerken in een Excel-grafiek en daar ben ik aardig mee op weg.
Ik heb als richtingscoefficient 5*10^-7. Als ik dit gelijk stel aan (µ x I) / (2π) komt er het getal 6,28*10^-7 uit. Dit getal komt niet overeen met het getal uit binas tabel 7 (magnetische permeabiliteit van vacuüm).
Heb ik een stap gemist of iets verkeerd gedaan?
a. Het is opvallend dat de waarde in Binas vrijwel exact een factor 2 groter is dan je uitkomst. Ben je misschien ergens een factor 2 verloren?
b. Zie https://www.natuurkunde.nl/vraagbaak/82043
waar Jan op 09 februari 2022 om 21.46 uur opmerkte dat bij zo'n experiment gemakkelijk storende factoren kunnen optreden.
c. Als bovenstaande niet helpt: plaats hier je gemeten waarde van de stroomsterkte I en de tabel met de gemeten straal r en hoek α en de berekende, door de draad opgewekte magnetische inductie Bd.
Groet, Jaap


Als je hier ook de gemeten stroomsterkte I (even groot bij alle metingen?) en de gemeten hoek α (radialen? graden?) vermeldt, kan ik nagaan of er iets aan de hand is.
Groet, Jaap
Hallo Jaap,
De gemeten stroomsterkte was 5A. Deze waarde bleef constant bij heel het practicum.
En de gemeten hoek is in graden gemeten
Je bent slordig met eenheden: de hoek (a≠α) en Bd hebben geen eenheid in de tabel; 1/r heeft in tabel en diagram de onjuiste eenheid m. Wordt vervolgd.
Groet, Jaap
De factor 2 tussen de literatuurwaarde en je uitkomst lijkt toevallig, doordat je een onnauwkeurige waarde van de richtingscoëfficiënt (slechts 1 significant cijfer?) hebt gebruikt.
De vraag rijst hoe je de hoeken hebt gemeten. Volgens de opdracht moet α=0º als je kompasnaald in de richting van Ba wijst, bij stroomsterkte nul.
Als de hoeken zo zijn gemeten, valt te vrezen dat de stand van de naald telkens is beïnvloed door ijzer in de nabijheid: stalen buizen in de tafel en dergelijke.
Groet, Jaap
Op grond van de theorie zou je verwachten dat de grafiek van Bd als functie van 1/r een rechte door de oorsprong is. Voor zover ik zie, is je verwerking van de gemeten I, r en α correct: je diagram is goed en de richtingscoëfficiënt is 5,31·10–7 T·m. De meetpunten sluiten helaas onvoldoende aan bij de getekende stippelgrafiek en voor je waarde van μ0 krijg je geen Nobelprijs.
Op 02 maart 2021 om 20.22 uur had je collega S dat hierboven beter voor elkaar: zijn of haar meetpunten liggen keurig op een rechte door de oorsprong. Narekenen leert: het is hoogst onwaarschijnlijk is dat S deze grafiek via eerlijke metingen heeft verkregen. De meetpunten liggen vrijwel exact op een rechte door de oorsprong en de tabelwaarden leveren een μ0 die vrijwel exact gelijk is aan de literatuurwaarde. Voor deze prestatie zou S in mijn lessen het cijfer 1 krijgen. Fraude wordt niet op prijs gesteld.
Tja, hoe nu verder met jouw bona fide metingen? In een proef als deze kan het kompas gemakkelijk miswijzen door de nabijheid van ijzer. Dat leidt tot een zogenoemde systematische fout. Suggestie (geen grap): tel bij elke hoek α eens 16º op en vergelijk de hiermee verkregen μ0 met de waarde in Binas? Als dit je bevalt, noteer je in je verslag uiteraard de werkelijke hoeken, en leg je uit dat 16º grotere hoe… ach, ik mag niks verklappen.
Groet, Jaap
Groetjes Anoniem
echt "niet helemaal" of bedoel je "helemaal niet" ?
in het tweede geval heb je ergens onderweg ernstige fouten gemaakt.
In het eerste geval verwacht er eigenlijk niemand beter. Je gaat natuurlijk wel bespreken in je verslag waar de afwijkingen aan zouden kunnen liggen, en zo eens wat voorstellen doen om het experiment nauwkeuriger te maken.
Groet, Jan
Met de informatie die je hebt gegeven, kan ik je vraag niet beantwoorden.
Om een meer specifieke reactie te krijgen, kun je hier je experiment beschrijven.
Wat is het doel van je proef: bepaling van de magnetische permeabiliteit μ0 misschien?
Wat is je uiteindelijke uitkomst en hoeveel verschil is er met de waarde in Binas?
Een schets van de opstelling, een beknopte beschrijving van je werkwijze, gemeten waarden en verwerking zouden behulpzaam zijn.
Groet, Jaap
Mijn antwoord is 3,6 x 10^-7 en het antwoord van BINAS is 1,3x 10^-6. Is dit antwoord te ver weg of goed?
groetjes Merel
bedankt voor de hulp, maar ik ben er al achter gekomen (zie hierboven)
groet Merel
een factor 30 ernaast lijkt me op het eerste gezicht best veel.
dus een ...
Jaap
... schets van de opstelling, een beknopte beschrijving van je werkwijze, gemeten waarden en verwerking zouden behulpzaam zijn.Groet, Jan
Een factor 30 ernaast lijkt Jan best veel.
Anderzijds, een factor 3,61 ernaast kan verklaarbaar zijn uit de bouw van de opstelling, de werkwijze enzovoort. Het komt de kwaliteit van je werk ten goede als je tracht de bron van de afwijking te vinden.
Zullen we een poging doen?
Groet, Jaap
Jaap
Een factor 30 ernaast lijkt Jan best veel.Anderzijds, een factor 3,61 ernaast
ach ja, dat minnetje...
goed, een factor drie dus.
groet, Jan
Beste Jaap,
ik denk dat de afwijking komt door onnauwkeurigheden over het algemeen, ben ik correct?
groetjes Merel
Voor een factor 4 vind ik 'onnauwkeurigheden in het algemeen' op het niveau van vwo 5 of 6 een nietszeggende 'verklaring'. Afhankelijk van de eisen aan je werk kan zoiets punten kosten.
Over je schouder meekijken wat de bron van de afwijking wel en niet kan zijn, lukt alleen als je specifieke informatie geeft, zoals eerder gevraagd.
Groet, Jaap



hierbij de opdracht, mijn grafieken volgen
groet Merel

Je waarden van Bd van 19.56 uur en je tweede grafiek van 19.58 uur kan ik reproduceren.
Deze lijken me correct, aangenomen dat de meetwaarden van I, r en α juist zijn.
Hoe je uitkomst μ0=3,6×10–6 H/m volgt uit de tweede grafiek, begrijp ik echter niet.
Kun je dit stap voor stap toelichten?
Er komen me wel enkele mogelijke oorzaken van de afwijking vooor de geest.
Overigens, de eenheid bij de horizontale as van het tweede diagram is niet juist.
Groet, Jaap
Beste Jaap en Jan,
Ik heb vandaag mij eigen natuurkunde docent gesproken en al mijn vragen zijn beantwoord. Ik heb het opnieuw berekend en zit nu super dichtbij het antwoord van BINAS. Verder heb ik de eenheid aangepast van de tweede grafiek
Super bedankt voor jullie hulp! :))
Groet Merel
Wat zou volgens jullie een perfecte onderzoeksvraag zijn voor dit onderwerp?
Groetjes Merel
Mijn onderzoeksvraag 'Hoe groot is de magnetische permeabiliteit van het vacuüm?' is niet perfect, want niet door jou zelf bedacht. Je hebt nu heel wat tijd en aandacht aan het onderwerp besteed – dan komt je toch wel een geschikte onderzoeksvraag voor de geest?
Trouwens, is de formulering van een onderzoeksvraag nu nog interessant? In de instructie staat dat je het verslag uiterlijk op 15 februari moet inleveren.
Groet, Jaap (niet jaap)
Ik heb het inmiddels gevraagd aan mij docent en heb een nieuwe: wat is volgens onze methode de magnetische permeabiliteit van vacuum?
Ik heb echter nog wel een vraag. Wij hebben echter het practicum uitgevoerd in de normale lucht? Maakt dit uit, omdat ik het practicum staat vacuum?
Groetjes Merel (wel Merel)
als 1 : 1,000 000 37
Super bedankt! maar waarom is dat zo?
groet Merel
Er is blijkbaar weinig verschil tussen een magneetveld in vacuum of lucht. Dwz de lucht laat bijna even makkelijk of moeilijk als in vacuum een magneetveld opbouwen
nog een vraag: wat is de eenheid van magnetische permeabiliteit? ik zie overal iets anders staan
De eenheid van de magnetische permeabliteit kun je vinden in tabel 7 van Binas.
De daar vermelde eenheid kun je herschrijven met andere eenheden met tabel 4 van Binas (alfabetisch bij m) of met formules uit tabel 35D3 van Binas.
Groet, Jaap
Je kunt de bewuste formule afleiden uit de figuur rechts onderaan in de afbeelding van 05 februari 2023 om 19.55 uur met Ba=2,1×10–5 T.
Groet, Jaap
De magnetische inductie Ba=0,000021 T van de aarde in Nederland is gemeten.
Vermoedelijk wordt dit aardmagnetisme veroorzaakt door de beweging van magma diep in de aarde. Waarom Ba juist deze waarde heeft, kan ik niet uitleggen.
De 0,000021 tesla is trouwens alleen de horizontale component van de magnetische inductie. De verticale component is niet direct van belang voor de bovengenoemde proef van Isa.
Meer informatie kun je vinden op
https://nl.wikipedia.org/wiki/Aardmagnetisch_veld
Groet, Jaap