in het standaardmodel zijn drie generaties te herkennen die elk uit "soortgelijke" deeltjes bestaan. Alleen zijn ze van generatie 1 naar 3 steeds zwaarder.
Neefjes zijn elektron, muon en tauon in de respectivelijke generaties. Bij beta- (of elektron-)verval komen een elektron en een neutrino vrij. Beide hebben hun eigen anti-deeltje (positron en anti neutrino).
Bij muon verval komen muon en muonneutrino vrij. Ook elk met hun eigen antideeltje. Ditto voor tauon en tauonneutrino.

zie https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Standaardmodel_van_de_deeltjesfysica

top dankuwel!

Dag Kira, Theo,
Theo schrijft "Bij beta- (of elektron-)verval komen een elektron en een neutrino vrij. Beide hebben hun eigen anti-deeltje (positron en anti neutrino)."
Dit suggereert dat bij voorbeeld in het verval van helium-6 een elektron (negatief bètadeeltje) en een neutrino vrijkomen. De kern van helium-6 zendt echter een elektron en een anti-neutrino (voluit anti-elektronneutrino) uit vanwege het "behoud van leptongetal".
Ander voorbeeld: bij het verval van boor-8 worden een positron (positief bètadeeltje ofte wel anti-elektron) en een neutrino (voluit elektronneutrino) uitgezonden.
Bij K-vangst slokt de kern een elektron op en stoot hij een neutrino uit.
Bij de andere generaties gaat het op vergelijkbare wijze.
Nederlandstalige wikipedia: "zwakke kernkracht" (alinea "Aangezien de zwakke kernkracht...") en "leptongetal".

Jaap - je hebt gelijk. Bij verval komt het anti-neutrino (of equivalent in generaties 2 en 3) vrij. Wat het antideeltje is van het neutrino zelf. 

Het verval waarbij een elektron en een anti-neutrino vrij komen noemen we overigens bèta-min verval, die waarbij een positron en een neutrino vrij komen bèta-plus verval.

Bij elektronvangst, ook wel K-vangst genoemd aangezien het meestal een elektron betreft uit de K-schil (indien de vervalenergie lager is dan de bindingsenergie van het K-schil-elektron, kan K-vangst niet optreden en is de vangst van een L-schil-elektron, of L-vangst, het meest waarschijnlijk). De vacature in de elektronenschil, ontstaan door het invangen van het elektron, zal worden opgevuld door een elektron uit een meer naar buiten gelegen schil, waarbij een röntgenquant en/of Auger-elektronen worden uitgezonden.

bij onderscheid heet het beta-min, in de volksmond gewoon beta verval. Domweg omdat beta- plus pas veel later ontdekt is

In de praktijk is het onderscheid van belang, zeker bij afschermingsberekeningen. De positronen zijn eenvoudig af te schermen. De twee 511 keV fotonen die ontstaan bij annihilatie van positron met elektron zijn een stuk minder eenvoudig af te schermen.