Anke
stelde deze vraag op
10 december 2005 om 19:14.
Een jongen van 45kg maakt een vlot met afmetingen 1m x 1m x 0,06m. Het vlot kan juist het gewicht van de jongen ondersteunen in water zodat de bovenste rand van het vlot juist gelijk komt met het wateroppervlak. Bereken de dichtheid van het materiaal van het vlot.
Hoe kan ik dit oplossen? Ik heb al enkel vruchteloze pogingen ondernomen maar helaas.... mvg
Reacties
Jaap
op
10 december 2005 om 21:31
Dag Anke,
Omdat het vlot blijft drijven, geldt de eerste wet van Newton: de resulterende kracht op het vlot is nul. Dus krachtomlaag=krachtomhoog.
Omlaag werkt de zwaartekracht op de jongen en het vlot = 45*g+mvlot*g
Omhoog werkt de opwaartse kracht van het water.
Volgens de wet van Archimedes is die gelijk aan de zwaartekracht op de verplaatste hoeveelheid water, te weten V=L*B*H=1*1*0,06=0,06 m^3.
De massa van dit water is .....(welk getal?), zodat de zwaartekracht op het verplaatste water gelijk is aan .....(getal?).
Geljkstellen (krachtomlaag=krachtomhoog) geeft de massa van het vlot. Combineren met het volume van het vlot levert de dichtheid van het vlot.
Succes met de uitwerking...
Anke
op
11 december 2005 om 08:32
Beste, bedankt voor uw snelle reactie.
Ik berekende volgens uw tips: Fz= Fv (1) Fz=(45+mv)*9,81 (2)
V=0,6 m^3 rho=m/v => 1000=m/0,6 => m=600kg
(1) en (2) => (45+mv)*g=600*g => 45+m=600 => m=555kg
rho=m/V => rho=555/0,6= 925
Fout dus.... Ik heb blijkbaar iets van uw uitleg gemist??
mvg
Jaap
op
11 december 2005 om 13:46
Dag Anke,
Wilt u met uw gegevens nog eens controleren of inderdaad V=0,6 m^3, zoals u in uw uitwerking noteert? Met rhowater=1000 kg/m^3 vind ik rhovlot=250 kg/m^3.