Muziek instrument gitaar

Marianne stelde deze vraag op 16 oktober 2020 om 07:35.

 Ik zat te leren voor mijn eindexamen natuurkunde dit jaar en kwam online een paar handige oefentoetsen tegen. Alleen heb ik wat moeite met een aantal opgaves. Zou iemand me kunnen laten zien wat ik moet doen?

opgave C
Verschillende instrumenten gebruiken verschillende technieken om dezelfde tonen te maken. Op een gitaar zitten 6 snaren die over een lengte van 65,0 cm kunnen trillen. De dunste van deze snaren, de e-snaar, laat een toon van 330 Hz horen als je hem aanslaat.

7 Bereken de golfsnelheid in deze snaar.

Dezelfde toon kun je ook op een panfluit vormen. Een panfluit bestaat uit buisjes die aan één kant dicht zijn. Aan de open kant wordt lucht in de buisjes geblazen. Neem aan dat door de warme adem  van de muzikant de temperatuur van de trillende lucht in de buisjes gelijk is aan 40 °C.

8 Bereken de lengte die een panfluitbuis heeft als de trillende lucht dan een toon van 330 Hz vormt.

Een panfluit klinkt heel anders dan een gitaar. Ook als ze dezelfde toon voortbrengen.

9  Leg uit waarom de klankkleur van een gitaar anders is dan die van een panfluit.


Bij 7 kwam ik uit op dit:
Voor de grondtoon van de gitaarsnaar geldt dat: l=1/2λ

Invullen ℓ = 65,0 cm = 0,650 m levert . Dit leidt tot λ = 1,30 meter.

Voor de golfsnelheid geldt v = f ∙ λ. Invullen van f = 330 Hz en λ = 1,30 m levert 

v = 330 × 1,30 = 429 m/s

    Afgerond: v = 429 m/s

de rest ben ik helaas niet uitgekomen

Reacties

Theo de Klerk op 16 oktober 2020 om 11:10
Opgave 8 lijkt op 7 maar dan wordt de lengte gevraagd (in 7 is de snaarlengte gegeven)

9: niet alleen de grondtoon is hoorbaar, ook de boventonen, maar minder hard. De optelsom van tonen bepaalt het uiteindelijke geluid
Marianne op 16 oktober 2020 om 11:20

Theo de Klerk plaatste:

Opgave 8 lijkt op 7 maar dan wordt de lengte gevraagd (in 7 is de snaarlengte gegeven)

9: niet alleen de grondtoon is hoorbaar, ook de boventonen, maar minder hard. De optelsom van tonen bepaalt het uiteindelijke geluid
Dus ik moet de formule omkeren zodat het V/f = λ vormt maar het probleem is dat ik de V niet weet.
Theo de Klerk op 16 oktober 2020 om 11:21
opzoeken: geluidssnelheid in lucht van 40 graden.
Marianne op 16 oktober 2020 om 11:30
Heel erg bedankt ik denk dat ik de stof nu begrijp! Ik zal nog wel even verder oefenen voor de zekerheid!
Jaap op 26 mei 2022 om 18:13
Dag Marianne,
Pas op bij vraag 8: de lengte van de panfluitbuis is ¼·λ als de lucht trilt in de grondtoon.
Met λ=v/f=354/330=1,07 m volgt buislengte=0,268 m.
(In de praktijk zal de buis iets korter zijn. Want de buik ligt niet precies bij het open uiteinde van de buis, maar iets erbuiten.)
Groet, Jaap

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft achtentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)