Teken de situatie eens. 
Hoe groot is de zwaartekracht?
Hoe groot is de component van de zwaartekracht langs de helling (die de auto naar beneden trekt)
Hoe groot is de wrijvingskracht die, als de auto naar beneden dreigt te gaan, een tegenkracht levert?
Wat is de netto kracht van zwaartekracht minus wrijvingskracht?
Is die naar boven of beneden gericht?
Welke kracht moet dan worden uitgeoefend op de auto om hem stil te laten staan (dwz wat moet de handrem leveren?)

Zo ver was ik, alleen hoe kan de hoek daarin meenemen in die berekening? Heb je daar niet nog een andere lijn voor nodig, om de hoogte erin mee te nemen? Of als ik bijvoorbeeld de verhouding bereken doe ik dat met de verhouding van cosinus. Maar daar ga ik blijkbaar de mist in.

alles hangt ook af van wat je wilt berekenen. 

Laten we even kijken naar:




zo, situatie getekend. 
Fz= mg sommetje lukt je wel?

dan nog de component van de zwaaertekracht langs de helling. 
Fz dan ontbinden in een component evenwijdig aan de helling. 
we zien de hellingshoek α in de blauwe driehoek

Vinden we diezelfde hoek ook terug in die rode riehoek van die ontbinding?
Zo ja, welke zijde, aanliggende of overstaande rechthoekszijde, van die hoek α ligt onder die component van de zwaartekracht evenwijdig aan de helling? 
En dus? mg•.....(α) .

groet, Jan